GORINCHEM – Aten Jonker Jacob van Paffenrode en zijn vrouw Wilhelmina van Arkel vis bij de vleet, of kozen ze voor biefstuk ? De beerput die gisteren op het Kazerneplein in Gorinchem werd ontdekt, zou die geheimen mogelijk kunnen onthullen. De precieze inhoud moet echter nog worden onderzocht.
De archeologische werkgroep, op zoek naar sporen van het Huis Paffenrode, heeft de hele inhoud van de beerput gisteren direct na de ontdekking veilig gesteld. Een beerput is, omdat er naast etensresten ook andere afvalproducten in verdwenen, vaak een rijke bron voor archeologische vondsten. Bij opgravingen in de Gorcumse Blijenhoek kwamen ‘schatgravers’ op de vondst van de beerputten af. Ze hoopten uit de bodem verkoopbare voorwerpen te halen.
De uit Heukelum afkomstige Maurice Langeveld, student archeologie aan de Universiteit van Amsterdam, was gisteren verantwoordelijk voor de coördinatie van de werkzaamheden op het Kazerneplein. “Voordat de beerput daadwerkelijk werd blootgelegd, waren er al enkelen die het bestaan ervan vermoedden. Ze baseerden dit op de vorm van de gevonden constructie.” “De etensresten die er destijds in verdwenen, zijn inmiddels vergaan, maar botten, graten en pitten kunnen zeker nog het een en ander prijsgeven over de eetgewoonten van de bewoners.” “Vaatwerk dat niet meer werd gebruikt omdat het gebroken was, of uit de mode, verdween ook in de beerput. Aan de hand hiervan is iets te zeggen over de rijkdom van de bewoners. We weten immers welk aardewerk bij welke bevolkingsgroepen het meest gebruikt werd”, aldus Langeveld.
De Dordtenaar
20 augustus 1997
door Anja Broeken