Onderzoek
Van 13 tot en met 29 mei 2019 heeft De Steekproef bv een opgraving uitgevoerd aan de Knipsteeg. De aanleiding voor het onderzoek was de geplande nieuwbouw (plan 'De Speelwagen').
Voorafgaand is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.1Naar aanleiding hiervan is geconcludeerd dat voor het plangebied een zeer hoge archeologische verwachting geldt. In het plangebied konden resten vanaf de 13de eeuw worden verwacht. Het doel van de opgraving was om archeologische sporen uit de diverse gebruiksperiodes van de locatie veilig te stellen door systematisch archeologische sporen en vondsten te verzamelen en te documenteren.
Het plangebied ligt in het middeleeuwse centrum van Gorinchem. De oudste sporen, een ophogingspakket en een gracht, die bij het onderzoek zijn aangetroffen kunnen worden gedateerd in de 14de eeuw. Omstreeks deze tijd was Gorinchem onder de heren van Arkel al uitgegroeid tot een stad van enig belang. Vlak ten westen van het plangebied lag de middeleeuwse stadsmuur.
Hof van Arkel
Het plangebied zal in deze eerste fase zeer waarschijnlijk onderdeel zijn geweest van een hofgebied van de Arkels.2Dit hofgebied bestond uit de percelen ten westen van de kerk tussen de Struisvogelstraat en de Krijtstraat. In het hofgebied stond het binnenstedelijk verblijf van de heer van Arkel, het Hof van Arkel. Bij de opgraving van de Krijtstraat in 20023 werden er resten gevonden die konden worden gerelateerd aan het Hof van Arkel en aan de latere Latijnse School. Het plangebied aan de Knipsteeg lag direct ten noorden van deze opgraving. De aangetroffen 14de-eeuwse gracht was zeer waarschijnlijk de noordgrens van het Hof van Arkel. De gracht liep parallel aan de huidige Knipsteeg in oost-westelijke richting. Of de gracht het gehele hofgebied omringde is niet bekend en zal uit mogelijk toekomstig onderzoek moeten blijken.
De ligging van de gracht komt overeen met een reconstructie van de ontginningen uit de periode vanaf de 10de eeuw. Waarschijnlijk vormden de ontginningssloten de basis voor de perceelindeling van de (latere) stad. De gracht is ingegraven in een 14de-eeuws ophogingspakket en dateert uit dezelfde periode. De gracht is geen restant van de oudere ontginningssloot, maar ligt wel op dezelfde plaats. De gracht respecteerde hiermee de eeuwenoude perceelsgrenzen in de stad. De gracht werd in het begin van de 15e eeuw gedempt en zal niet veel langer dan een eeuw in gebruik zijn geweest.
Archiefbronnen spreken over werkzaamheden betreffende de sloop van de keuken van het Hof van Arkel en het verwijderen van de bakstenen omstreeks 1417/1418.4 Bij het verwijderen en schoonmaken voor hergebruik van de bakstenen werd de mortel er afgeslagen. In de demping van de gracht zijn dikke lagen van mortel aangetroffen. Het is zeer aannemelijk dat dit gerelateerd kan worden aan de werkzaamheden en sloop van de keuken van het Hof van Arkel. De periode van de demping van de gracht komt overeen met de val van de Heren van Arkel en daarmee het buiten gebruik raken van het Hof van Arkel in de stad. In 1417 stierf Willem van Arkel bij een poging om Gorinchem te heroveren op de gravin van Holland.
Enkele jaren daarvoor hadden de Heren van Arkel al hun macht en kasteel aan het Wijdschild verloren na het verlies van de Arkelse Oorlogen (1401-1412). Het hofgebied zal nog enige tijd, in mindere mate, het adellijk hof zijn geweest van de graven van Holland. Later kwam het in private handen en werd het opgedeeld in afzonderlijke woningen en aan de noordzijde de Grote of Latijnse School.
School
De Grote of Latijnse School lag vlak ten zuidoosten van het plangebied. Er zijn echter geen sporen aangetroffen die hebben toebehoord aan deze school. Ook in het vondstmateriaal zijn geen aanwijzingen dat de school zich verder in noordelijke richting had uitgebreid. Op één stuk leisteen, gevonden in een beerput, werd aan beide zijde een tekening aangetroffen. Het is mogelijk dat dit als tekenbord is gebruikt, maar dit kan niet direct gerelateerd worden aan de school.
Na de demping van de gracht worden er aan de noordzijde van het plangebied huizen gebouwd. De aangetroffen muurresten en funderingen bestaan uit grote bakstenen van laatmiddeleeuws formaat (kloostermoppen).
Historische kaarten met het opgravingsgebied
Het is zeer waarschijnlijk dat men deze stenen hergebruikt zijn en afkomstig zijn van de gesloopte gebouwen van het Hof van Arkel. Op de stadskaart van Jacob van Deventer uit 1558 zijn deze huizen ingetekend. Een houten beerton (spoor 48), die waarschijnlijk net buiten een huis stond, is gedateerd in 1511. Aardewerk dat is gevonden in de ophogingslagen van de muren onder een deel van deze muren is gedateerd in de periode 1300-1500. Eventueel vroeger materiaal in deze lagen zal opspit zijn in de van elders aangevoerd grond. De einddatering van 1500 geeft aan dat de huizen in de loop van de 15de eeuw zijn gebouwd. Het zuidelijk deel van het plangebied lijkt onbebouwd te zijn geweest en bestond uit de achtertuinen van de huizen. Dit beeld komt overeen met de kaart van Joan Blaeu uit 1649, waarop het noordelijk deel van plangebied uit huizen bestaat en het zuidelijk deel uit de achterliggende tuinen.
Aan de zuidelijke grens van de percelen werden twee beerputten gevonden. Deze twee putten hebben waarschijnlijk deel uitgemaakt van twee afzonderlijke erven in het plangebied. De beerputten zijn in het begin van de 18de eeuw gedempt en gesloopt. Hoewel het botmateriaal uit de beerput een redelijk luxe voedingspatroon suggereert (onder meer veel wild) kwam dit niet naar voren uit het botanisch onderzoek.
Leerlooierij
Uit archiefbronnen is bekend dat de percelen van de Knipsteeg 13-15 omstreeks 1584 in het bezit was van de familie De Vos. In 1610 had Jan de Vos Willemsz het beroep schoenmaker. Omstreeks 1632 wordt er in de archiefstukken gesproken over een leerlooierij. Het proces van leerlooien gebeurde in vier stappen. Eerste werden de grondstoffen, de huiden van dieren, gewonnen. Vaak werden de huiden nog met de poten en/of schedels en hoornpitten aangeleverd.5 Bij het onderzoek zijn een groot aantal resten aangetroffen van hoornpitten en schedels van runderen. Deze assemblage is een duidelijke aanwijzing voor leerlooien. Waarschijnlijk werden de dieren niet ter plaatse geslacht, omdat er vrijwel geen andere resten van de runderen zijn aangetroffen. De volgende stap van het looiproces was het prepareren van de huiden. Hiervoor werden eerst het vlees, haar, hoornpitten, hoeven, staarten en botmateriaal verwijderd. Vervolgens werd de huis in water geweekt. Vaak werd in stromend water gedaan, maar dit kon ook met water uit waterputten in combinatie met kuipen, kuilen en bakken.6
Het aangetroffen botmateriaal toont aan dat deze stap van het looiproces ter plaatse werd uitgevoerd. De derde stap bestond uit het daadwerkelijk looien van de huiden in tannine. Dit werd gedaan door de huiden in grote kuipen of bakken gehangen die gevuld waren met water en run. Run bestond uit gemalen boomschors waarin van nature tannine in zit. 7 Bij het archeologisch onderzoek zijn zeker zeven houten kuipen aangetroffen gevuld met run. Na het botanische onderzoek 8 bleek het voornamelijk om eikenschors te gaan. Vergelijkbare houten kuipen van een leerlooierij zijn aangetroffen in onder meer Amsterdam bij een begeleiding aan de Fokke Simonszstraat 61-639 en in Groningen langs de Walstraat.10
De laatste stap van het looiproces was de nabewerking van het leer. Hierbij werd het leer versoepeld met vetten en oliën en uitgedund. Afhankelijk van het beoogde doel van het leer varieerde de wijze en het aantal stappen van nabewerking. Aanwijzingen voor deze stap zijn niet aangetroffen in het plangebied. De handeling van deze stap zijn echter ook archeologisch moeilijk aan te tonen. De vele resten van leren schoenen die bij het onderzoek zijn aangetroffen en de archiefmelding van een schoenmaker duiden erop dat het leer waarschijnlijk ter plaatste werd bewerkt tot schoenen.
Het hout van de kuipen is dendrochronologische gedateerd in 1529 en 1561 en bestond uit primair constructiehout. Waarschijnlijk zal de looierij kort na deze data tot stand zijn gekomen, om in ieder geval de in 1584 woonachtige schoenmaker van leer te voorzien. In 1705 werd de looiwerf aan de Knipsteeg verkocht aan zekere Abraham Boudewijn. Deze heeft de looiwerf deels uitgebreid. Onder een bodemplaat werd een houten ton aangetroffen die dendrochronologisch dateerde uit 1706. Deze ton stond in verbinding met de nabij gelegen waterput en zorgde waarschijnlijk voor de aanvoer van schoon water voor het looiproces. In 1730 overlijdt Abraham Boudewijn en zijn erfgenamen verkopen in 1736 een herberg en kolfbaan (gelegen op de percelen 480-481). Voor 1736 zal de looiwerf dus zijn opgeheven. De looikuipen werden gedempt. Het vondstmateriaal in de demping van de kuipen dateert tussen 1700 en 1750.
Kolfbaan
Van de kolfbaan werd in het midden van het plangebied een deel van de noordelijke muur aangetroffen.
Deze muur komt overeen met het langwerpige gebouw op de kadastrale minuutplan uit het begin van de 19e eeuw. Voor de aanleg van de kolfbaan werden de oudere sporen en structuren afgedekt en werd het terrein geëgaliseerd. Alleen de beerput zal nog een tijdje in gebruikt zijn geweest.
In de vulling van de beerput werden fragmenten van tabakspijpen aangetroffen van de Gorcumse pijpenmakers Johannes de Hoog en Jan Ophuyzen, beiden waren vanaf 1744 actief.11 De beerput zal dan waarschijnlijk in het begin van de 18de eeuw nog zijn bezocht door de bezoekers van de kolfbaan. De kolfbaan was tot 1809 actief en zal in de 19de eeuw zijn gesloopt om plaats te maken voor de (inmiddels gesloopte) bebouwing in het plangebied.
Verassende resultaten
Het archeologisch onderzoek aan de Knipsteeg 13-15 heeft verrassende resultaten opgeleverd die een belangrijke bijdrage leveren aan de historische ontwikkelingen in het plangebied en de stad Gorinchem. Eerst een 14de-eeuwse gracht die mogelijk het middeleeuwse Hof van Arkel omringde. En vervolgens bleek er vanaf het laatste kwart van de 16e eeuw een leerlooierij actief te zijn geweest in het plangebied. Vermeldingen van deze looierij bleken aanwezig te zijn in het archief. Hierdoor konden de archeologische gegevens gekoppeld worden aan de historisch gegevens om zo een duidelijk beeld te krijgen van de historische ontwikkeling in het plangebied. Ook werden de muurresten van een 18de/19de-eeuwse kolfbaan aangetroffen op de locatie die overeenkwam met de historische kadastrale kaarten.
MidÂdelÂeeuwse gracht met nog verÂrasÂsend veel water
De afgeÂloÂpen drie weken werd een opgraÂving uitÂgeÂvoerd in de KnipÂsteeg te GorinÂchem. Op basis ...
ArcheÂoÂloÂgen moeÂten weer terug naar de Grote School
MaanÂdag 13 mei start archeÂoÂloÂgisch onderÂzoeksÂbuÂreau De SteekÂproef een verÂkenÂnend onderÂzoek aan de KnipÂsteeg. Het ...
Fotos
Literatuur
Blonk-van den Bercken, A.L, A.A.A. Verhoeven, H. van Londen, J.W. Oudhof, G. Overmars & M.E. Lobbes (2020) Ambachtelijke productie in steden. Een inventarisatie en analyse op hoofdlijnen van archeologische aanwijzingen voor ambachtelijke productie in steden in de late middeleeuwen en nieuwe tijd, Nederlandse Archeologische Rapporten 066, Amersfoort. WorldCat | Flipbook | PDF (30 MB) |
|
Genabeek, R.J.M. van, et. al (2005) Gorinchem Krijtstraat. Definitief Archeologisch Onderzoek, BAAC rapport 02.060, 's-Hertogenbosch. Flipbook | PDFÂ (47,44 MB) |
|
Heul, J.S. van der en J.B. Veenstra (2021) Gorinchem, Knipsteeg 13-15 Gemeente Gorinchem (Z-H). Archeologische opgraving, Steekproefrapport 2019-05/02, Zuidhorn. Flipbook | PDF (23 MB) |
|
Hoogendijk, T. (2015) Archeologisch bureauonderzoek, Gorinchem-Knipsteeg 13-15, Hollandia reeks 521, Zaandijk. Flipbook | PDFÂ (25 MB) |
|
Oostveen, J. van (2022) Gorinchem, Knipsteeg 13-15: tabakspijpen, Tiel Flipbook | PDFÂ (5 MB) |
|
Stamkot, B. (2009) Is Gorinchem ontstaan vanuit een hofgebied?, in: Historisch-Geografisch Tijdschrift, nr. 27, p. 58–72. Flipbook | PDF (9 MB) |
|
Terhorst, T. en H. van Haaster (2019) Looierij de Witte Bok Archeologische Begeleiding Fokke Simonszstraat 61-63, Amsterdam (2017), Amsterdamse Archeologische Rapporten 109, Gemeente Amsterdam, Amsterdam. Flipbook | PDF (8 MB) |
|
Vries, A. de (2017) Op den Slot tot Gorinchem. De eerste bouwfase van het kasteel (1412-1460), Historische vereniging "Oud-Gorcum" jaarboek 2017, Gorinchem. Flipbook | PDFÂ (2 MB) |
|
Wieringa, A.R. & N. van Malssen (2013) De archeologische begeleiding-protocol opgraven van riool- en herinrichtingswerkzaamheden in de oostelijke binnenstad van Groningen (Gr), ARC-rapporten 2013-27, Groningen. Flipbook | PDF (2MB) |
Metagegevens
Archisnummer(s): | 4700295100 (OM) 2477007100 (WN) |
Topografische Kaart: | 38F |
Coördinaten: | 126.374/426.898 |
Toponiem: | Knipsteeg 13-15 |
Plaats: | Gorinchem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | Archeologische opgraving, definitief |
Uitvoerder: | De Steekproef bv |
Projectleider: | J. Jelsma |
Opdrachtgever: | ADH Groep bv. Tienhoven, vertegenwoordigd door Loosbroek Architecten B.V. |
Bevoegd gezag: | Gemeente Gorinchem |
Aanvang onderzoek: | 13-29 mei 2019 |
Vondsten & documentatie: | Gemeentelijk depot voor archeologie Gorinchem |
DANS: | doi.org/10.17026%2Fdans-z2b-c4az |