Keizerstraat 2a, stadsmuur (2004)

Onderzoek

Keizerstraat 2a, stadsmuur (2004), het uitgraven van de stadsmuur

Het uitgraven van de stadsmuur

Aanleiding van deze opgraving was het plan van projectontwikkelaar Nijhuis te Utrecht om zeven appartementen en een poortwoning te bouwen op een terrein aan de oostzijde van de Keizerstraat te Gorinchem, op nummer 2A. De locatie bevindt zich in het oude centrum van Gorinchem. Tijdens de sloop van de bestaande bebouwing werden muurresten aangetroffen. Deze resten behoren tot de laatmiddeleeuwse stadsmuur van Gorinchem.

Omdat meer resten van deze stadsmuur en mogelijk ook andere waardevolle archeologische resten werden verwacht, werd door ADC-Archeoprojecten een beperkte opgraving uitgevoerd voorafgaand aan de nieuwbouw. Het doel van dit onderzoek was de archeologische resten in kaart te brengen zodat verdere schade aan deze stadsmuur, die zou kunnen ontstaan door de fundering van de nieuwbouw kon worden beperkt.

In januari 1997 werd aan dezelfde kant van de Keizerstraat al eerder een restant van de laatmiddeleeuwse stadsmuur aangetroffen. Bij deze waarneming kwam een groot bouwfragment van een boog en de gemetselde onderkant van de stadsmuur te voorschijn, die het oostelijk deel van de stad aan de oostoever van de Linge omgaf. Het is mogelijk dat de muur in of direct na 1382 is gebouwd, dit is het jaar waarin Gorinchem stadsrechten kreeg, omstreeks 1580 werd de muur gesloopt.

Overzicht van alle aangetroffen sporen

Overzicht van alle aangetroffen sporen

Fasering

Tijdens de opgraving  in 2004 zijn aan de oostzijde van de Keizerstraat sporen van bebouwing uit diverse perioden aangetroffen. In feite zijn er vier verschillende fasen te herkennen in de sporen die tijdens het onderzoek aan het licht kwamen. De eerste en vroegste fase bestaat uit de sporen 27 en 28, twee rijtjes bakstenen langs de boogconstructies (spoor 9 en 10). De gele mortel tussen deze bakstenen valt niet te dateren omdat deze te vervuild is. De zachte structuur doet echter vermoeden dat deze mortel ouder is dan de mortel die is gebruikt bij de stadsmuur en boogconstructies. Mogelijk gaat het hier om een eerdere stadsmuur.

De tweede daaropvolgende fase bestaat uit de bouw en afbraak van de stadsmuur, die is te dateren tussen circa 1350 en uiterlijk 1600 toen deze gesloopt werd. De begindatering, afkomstig uit historische bronnen, kon niet worden bevestigd door de archeologische gegevens. De einddatering is bepaald aan de hand van het aardewerk dat in de vullingen tussen de voormalige weergangbogen is aangetroffen.

De oude stadsmuur gezien vanuit het oosten (spoor nummer 12)

De oude stadsmuur gezien vanuit het oosten (spoor nummer 12)

De conserveringstoestand van de muur en bogen is goed op het meest noordelijke deel na, waar bij de meest recente sloop een groot deel van één van de funderingen van de weergangboog is verdwenen. De stadsmuur diende als verdedigingswerk, de aanwezigheid van schietgaten in de muur en weergangbogen tegen de muur aan de stadszijde zijn daar getuigen van. De diepte van deze structuren viel helaas niet te achterhalen in verband met de veiligheid en het grond/hangwater.

Vermoedelijk is in eerste instantie de muur gebouwd, vervolgens zijn er weergangbogen koud tegen aangezet. De gebruikte stenen zijn min of meer eenvormig, hetgeen er op wijst dat ze in één keer speciaal voor de muur zijn gebakken. In dit kader is de steenbakkerij op het Wijdschild in het oosten van de stad uit de 15de eeuw het vermelden waard. Indien de bakstenen uit deze steenbakkerij komen, of uit een voorganger hiervan, lag deze niet ver van de bouwplaats van de stadsmuur.

Verzakking

De muur die ongeveer evenwijdig aan de Keizerstraat, in noord zuid richting loopt, is over een afstand van ongeveer 16 meter blootgelegd en heeft een breedte van minimaal 60 cm. De muur is niet overal even dik, aan de oost- of buitenkant is deze op veel plaatsen gehavend. De muur heeft een naar het oosten gebogen verloop. Het lijkt waarschijnlijk dat de muur in de richting van het noorden aansluiting heeft gehad met een toren, die op afbeeldingen staat uit de tijd waarin de muur nog in functie was. Het lijkt er erg sterk op dat de muur en weergangbogen integraal zijn verzakt in de richting van het westen. Dit valt te verklaren door de natuurlijke ondergrond waarop deze zijn gebouwd. Het is zelfs denkbaar dat de zware toren die iets ten noorden (waarschijnlijk op Keizerstraat nummer 4) heeft gestaan, is gaan verzakken en het geheel van muur en bogen heeft meegetrokken. Het scheef staan van de muur zou nog veroorzaakt kunnen zijn door het omtrekken van de muur tijdens de sloop. Hierbij zou je echter meer scheuren in het muurwerk verwachten en zou je verwachten dat de muur naar de buitenzijde, richting gracht, omgetrokken zou zijn. Deze laatste optie lijkt daarom minder waarschijnlijk.

Schietgaten aan de buitenkant van de muur

Schietgaten aan de buitenkant van de muur

Hergebruikte stenen

De stadsmuur is op een gegeven moment net als de bovenkant van de bogen afgebroken en de stenen die vrij kwamen zijn waarschijnlijk bij de stadsuitbreiding rond 1600 elders hergebruikt (in het bastion gedeelte van de stad?). Tijdens deze fase zijn de bogen waarschijnlijk vrij vlot opgevuld bij het ophogen en uitbreiden van de stad rond 1600. De ophoging bestaat uit klei en afval bestaande uit onder andere leer, bot, mortel en aardewerk. De laag mortel die in verschillende weergangbogen is aangetroffen, dateert waarschijnlijk uit de periode van de sloop van die bogen. De mortel is vermoedelijk het restant van het schoonmaken van de stenen van deze bogen voor hergebruik. Het lijkt erop dat dit deel van de stad in één keer ongeveer 2,9 meter is opgehoogd tot vrijwel het huidige stadsniveau.

Gracht

De oude stadsgracht is niet aangetroffen. Wel is duidelijk dat het gebied waar deze heeft gelopen in verschillende perioden is gedempt. Er zijn twee palen op grote diepte aangetroffen aan de oostkant van put 2. Het is mogelijk dat het hier om aanmeerpalen gaat die deel hebben uitgemaakt van de latere Kalkhaven. De Kalkhaven is tijdens de derde fase aangelegd. De vierde en laatste fase bestaat uit muurwerk dat is gelegen op de vullingen van de vermoedelijke Kalkhaven. Dit muurwerk is waarschijnlijk  niet eerder dan in de tweede helft van de 18de eeuw gebouwd. Op het terrein is slechts sprake van twee echte niveaus met grondsporen. Ten eerste het niveau van de stadsmuur met het vermoedelijke loopniveau tussen de weergangbogen en ten tweede het niveau waarop in late 18de eeuw is gebouwd. De vondsten staan niet toe om gefundeerde uitspraken te doen omtrent de welstand en leefomstandigheden van de gebruikers/bewoners van het terrein in het verleden.

Historie

Gorinchem vanuit het oosten, anoniem, 1568, Gorcums Museum, inv. nr. 2347

Gorinchem vanuit het oosten, anoniem, 1568

De stichting van Gorinchem als gehucht zal waarschijnlijk omstreeks het jaar 1000 hebben plaats gevonden. Rond het jaar 1000 werden de eerste ontginningen in deze streek gestart (Horsthuis 1997, p.5). De vroegste vermelding van Gorinchem stamt uit 1224, toen was Gorinchem echter al een stedelijke nederzetting.

De eerste verdedigingswerken van deze nederzetting zullen waarschijnlijk slechts hebben bestaan uit een aarden wal, die was opgebouwd uit de grond die was vrijgekomen bij het graven van een gracht. De omwalling van de nederzetting zal in de loop der tijd zijn versterkt met planken en er zullen houten poorten zijn aangebracht. Het gebied binnen de wallen zal zo'n 17,5 ha hebben omvat. Gorinchem kreeg pas stadsrechten toen het was uitgegroeid tot een streekcentrum en onder de Heren van Arkel een bloeiperiode doormaakte als levendige autonome handelsplaats. Deze rechten werden verleend in het jaar 1382 (Horsthuis 1997, p.5). De stadswallen werden al in 1350 vervangen door een veel sterkere stenen ommuring. Op de kaart van Jacob van Deventer, die bekend staat als betrouwbaar en stamt uit omstreeks 1558. is te zien hoe de muur er uit heeft gezien. Deze 2 km lange muur zal niet wezenlijk zijn veranderd sinds 1400. Binnen de ommuring lag een gebied van 27 ha. Het oostelijke deel van de muur die de Keizerstraat en de Kalkhaven volgde, is hier het meest interessant, omdat deze op het onderzoeksgebied heeft gestaan (Horsthuis 1997, p.6).

Waltorens

De stadsmuur was omstreeks 1400 uitgerust met achttien waltorens en zeven poorten. Al deze bouwwerken waren waarschijnlijk opgetrokken uit baksteen. De ronde of vierkante torens staken uit de muur om de flanken te kunnen overzien en verdedigen. Omdat aan de oostkant van de stad de Arkelse burcht stond, waren er in dat deel minder torens dan in het westen nodig voor de stadsverdediging. Toen dit kasteel was verdwenen, werd er aan het begin van de 16de eeuw langs de oost muur een tweede gracht gegraven (Horsthuis 1997, p.8). De torens hadden ook niet-defensieve functies. Verschillende vertrekken van de waltorens werden verhuurd aan inwoners van de stad, sommige torens werden gebruikt als gevangenis of als opslag voor geschut, zoals de Scuttoren (Horsthuis 1997, p.10).

Detail stadsplattegrond, Jacob van Deventer (1558), Nationaal Archief

Detail stadsplattegrond, Jacob van Deventer (1558), Nationaal Archief , inv.nr. 1.4-5

De stadsmuur was ongeveer 8 meter hoog en voor een deel 5,4 meter dik. De gedeelten die minder breed waren, hadden steunberen die door middel van bakstenen bogen aan elkaar werden verbonden. Op deze bogen was een weergang gemaakt voor de verdedigers van de stad. Deze weergang bevond zich achter de stadsmuur die boven de bogen uit kwam en was uitgerust met kantelen en daartussen met luiken afsluitbare schietsleuven.

Bastion stelsel

De muur bood voldoende weerstand tegen de wapens die rond 1400 beschikbaar waren Horsthuis 1997, p.8 en Janse & Van Stralen 2000 p.18, gaan uit van 1 meter dikke muren met steunberen en bogen aan stadszijde.) Hierin kwam echter verandering aan het einde van de 15de eeuw toen vuurwapens zo ver ontwikkeld waren, dat ze traditionele wapens overtroffen. Het was mogelijk geworden om de bestaande stadsmuren moeiteloos met ijzeren kogels te verbrijzelen. Verdedigingswerken dienden te worden aangepast aan de vernietigingskracht van het kanon. De Italianen namen hierbij het voortouw. Zij verlaagden de muren en muurtorens waardoor de stabiliteit werd verhoogd en hun positie als doelwit van de vijand werd verkleind. Tegen de verlaagde muur werd aarde opgeworpen om de kracht van inkomende kanonskogels te breken. Ballistische berekeningen stonden aan de basis van het door de Italianen ontwikkelde vijfhoekige bastion (Horsthuis 1997, p.11). Dit Italiaanse 'gebastioneerde stelsel' werd ook naar het buitenland verspreid. In 1584 begon men ook in Gorinchem met de aanleg van vestingwerken (Horsthuis 1997, p.12). Rond 1600 was Gorinchem aan de nieuwe militaire eisen aangepast en was het stadsgebied verdubbeld tot 56 ha.

Plattegrond Gorinchem, Nicolaas Wijdtmans (ca. 1600)

Plattegrond Gorinchem, Nicolaas Wijdtmans (ca. 1600)

Op een gravure van Nicolaas Wijdtmans uit omstreeks 1600 zijn de voltooide vestingwerken te van Gorinchem te zien. Op deze plattegrond is van de oude oostelijke stadsmuur echter niets meer over. Het gedeelte dat bij de opgravingen aan het licht is gekomen lag, toen dus al onder het stadsniveau.

Foto's

Literatuur

​

Floore, P.M. (1998)Archeologisch onderzoek van de laat-middeleeuwse stadsmuur aan de Keizerstraat te Gorinchem, Rotterdam. Floore, P.M. (1998)
Archeologisch onderzoek van de laat-middeleeuwse stadsmuur aan de Keizerstraat te Gorinchem, Rotterdam.
Flipbook | PDF (7 MB)
Die hofstat daer dat huys op plach te staan Hundertmark, H.F.G. (2022)
Een nieuw kasteel voor de graaf van Holland. Kasteel de Blauwe Toren te Gorinchem in: R. Gruben & T. Hermans (red.), "Die hofstat daer dat huys op plach te staan". Recent onderzoek op het gebied van kastelen en buitenplaatsen in Nederland, Stichting Kastelenstudies Nederland Publicatiereeks 4, Zwolle, p. 103-116.
WorldCat | Flipbook | PDF (1 MB)
Hollestelle, J. (1961)De steenbakkerij in de Nederlanden tot omstreeks 1560, Assen. Hollestelle, J. (1961)
De steenbakkerij in de Nederlanden tot omstreeks 1560, Assen.
WorldCat
Hoogendijk, T. (2018)Opgravingen naar de laatmiddeleeuwse stadsmuur, in: F. Cerutti, R. Mulder, B. Stamkot & A. de Vries (red.), Tien eeuwen Gorinchem. Geschiedenis van een Hollandse stad, Utrecht, p. 122-123. Hoogendijk, T. (2018)
Opgravingen naar de laatmiddeleeuwse stadsmuur, in: F. Cerutti, R. Mulder, B. Stamkot & A. de Vries (red.), Tien eeuwen Gorinchem. Geschiedenis van een Hollandse stad, Utrecht, p. 122-123.
WorldCat
Horsthuis, A. (1997)Wallen en poorten. Geschiedenis van de Gorinchemse vestingwerken, Gorcumse Monumentenreeks 5, Gorinchem. Horsthuis, A. (1997)
Wallen en poorten. Geschiedenis van de Gorinchemse vestingwerken, Gorcumse Monumentenreeks 5, Gorinchem.
WorldCat | Flipbook | PDF (5 MB)
Janse, H. & Th. van Straalen (2000) Middeleeuwse stadswallen en stadspoorten in de Lage Landen, Zaltbommel. Janse, H. & Th. van Straalen (2000)
Middeleeuwse stadswallen en stadspoorten in de Lage Landen, Zaltbommel.
WorldCat
Genabeek, R.J.M., et al. (2004)Gorinchem Krijtstraat. Definitief archeologisch onderzoek, BAAC rapport 02.060, 's-Hertogenbosch. Genabeek, R.J.M., et al. (2004)
Gorinchem Krijtstraat. Definitief archeologisch onderzoek, BAAC rapport 02.060, 's-Hertogenbosch.
Flipbook | PDF (47 MB)
Smole, L. (2005) Gorinchem: Keizerstraat, in: Archeologische Kroniek Zuid-Holland 2004, Holland 37, p. 90. Smole, L. (2005)
Gorinchem: Keizerstraat, in: Archeologische Kroniek Zuid-Holland 2004, Regionaal-historisch tijdschrift Holland 37, p. 90.
Flipbook | PDF (1 MB)
Smole, L. & J. Dijkstra (2005) Een opgraving aan de Keizerstraat 2a te Gorinchem, ADC ArcheoProjecten rapport 349, Amersfoort. Smole, L. & J. Dijkstra (2005)
Een opgraving aan de Keizerstraat 2a te Gorinchem, ADC ArcheoProjecten rapport 349, Amersfoort.
Flipbook | PDF (3 MB)

Metadata

 

Administratieve gegevens
Archisnummer(s):7361 (onderzoeksmelding), 5296 (onderzoek)
Topografische Kaart:38G
Coördinaten:126.837/426.918 (centrum)
Toponiem:Keizerstraat 2a
Plaats:Gorinchem
Gemeente:Gorinchem
Provincie:Zuid-Holland
Type onderzoek:Archeologisch: opgraving
Uitvoerder:ADC Archeoprojecten, Amersfoort
Projectleider:Drs. J. Dijkstra
Opdrachtgever:Nijhuis Bouw B.V. Utrecht
Bevoegd gezag:Gemeente Gorinchem
Aanvang onderzoek:13-09-2004
Vondsten & documentatie:Gemeentelijk depot voor archeologie Gorinchem
DANS:urn:nbn:nl:ui:13-opk-svg

Reacties zijn gesloten.