GORINCHEM – De vondst van het Huis Paffenrode is er niet een uit de reeks van vele. Archeoloog Pieter Floore, belast met het onderzoek op het Gorcumse Kazerneplein, komt al gravende tot de ontdekking dat de bewoners niet de minsten waren in de Gorcumse samenleving
Floore is als archeoloog verbonden aan het Instituut voor Pre- en Protohistorische archeologie Albert Egges-Van Giffen, een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Hij graaft samen met de vrijwilligers van de Archeologische Werkgroep Gorinchem inmiddels alweer voor de derde week naar sporen uit het verleden van Paffenrode.
“Huis Paffenrode zou eigenlijk beter Huis Van Weresteyn genoemd kunnen worden. Stadspensionaris mr. Adriaen van Weresteyn was immers degene die aan het einde van de zestiende eeuw opdracht gaf voor de bouw. Hij had de nodige contacten in Den Haag en was een zeer vermogend man”, zegt Floore.
“Het feit dat het aan het einde van de zestiende eeuw in Holland economisch goed ging, waardoor er onder meer veelvuldig werd gebouwd, is voor ons moeilijk te begrijpen. De Tachtigjarige Oorlog was toen al de nodige jaren aan de gang, dus eigenlijk zou je in die periode geen economische welvaart verwachten. Van Weresteyn wist echter de hand te leggen op een groot stuk grond. En in die tijd was grond duur”.
“Toch moet dat voor Van Weresteyn geen probleem zijn geweest. Vondsten uit de beerput die we vorige week blootlegden geven aan dat er rijkdom is geweest. Zo hebben we inmiddels Mingporselein ontdekt. Peperduur, maar zeer gewild onder de zogeheten Nouveau Riche van die tijd”, aldus Floore.
De Dordtenaar
28 augustus 1997
door Anja Broeken