GORINCHEM – Archeologen hebben op hun laatste onderzoeksdag in de Gorcumse binnenstad fundamenten aangetroffen van woningen uit de dertiende eeuw. Niet eerder zijn er sporen van huizen van de gewone man gevonden in de Arkelstad.
Tot nu toe waren de fundamenten die werden blootgelegd tijdens de speurtocht naar het Hof van de heren van Arkel in 2002 de oudste sporen van bebouwing in de Gorcumse binnenstad. Net als de gisteren ontdekte restanten gaan ze terug tot de dertiende eeuw. Met het verschil dat op het perceel waar nu de V&D staat, de rijken van Gorinchem hebben gewoond. “Dat we nu sporen vinden van een gewoon huis is heel bijzonder,” zegt Pieter Floore, senior-archeoloog van Hollandia Archeologen. Zijn bureau verricht het onderzoek op de hoek van de Arkelstraat en de Rosmolensteeg in opdracht van woningcorporatie Poort 6. Die begint komende week met de herbouw van het Bluebandhuis.
Verwachtingen
De uiteenlopende vondsten op het perceel voldoen volledig aan zijn verwachtingen. “Aan de hand van een onderzoek op de hoek van de Kortendijk en de Rosmolensteeg in 2007 hadden we al een beeld van wat we zouden kunnen aantreffen. We zijn niet teleurgesteld, integendeel.” Het blootleggen van de rosmolen eerder deze week wordt door de archeologen getypeerd als bijzonder. “Dankzij een stadskaart van Jacob Roelofs van Deventer, een cartograaf die in opdracht van Karel V alle steden tot in detail vastlegde, weten we van het bestaan van de rosmolen. Dat we deze vervolgens ook vinden, is prachtig. Zeker wanneer je bedenkt dat deze grotendeels van hout is gemaakt,” zegt Floore. Wanneer de rosmolen is gebouwd, is moeilijk te zeggen. “Een feit is dat de door paarden aangedreven maalinstallatie er rond 1575 stond, want uit die tijd stamt de stadskaart. Aan de hand van diezelfde kaart durf ik ook te stellen dat een deel van de molen in elk geval onder Arkelstraat 104 ligt. Mogelijk strekt deze zich nog verder uit. Het was een grote molen.” concludeert Floore.
Weinig gebruiksvoorwerpen
De archeologen en de vrijwilligers van de werkgroep Archeologie gemeente Gorinchem stuitten tijdens hun werkzaamheden – die twee weken hebben geduurd – op relatief weinig gebruiksvoorwerpen. Zo is er helemaal geen glaswerk gevonden. Dat was voor de gewone man in de middeleeuwen praktisch onbetaalbaar. Maar ook qua aardewerk is de oogst niet rijk. Een klein waterkannetje dat vrijwel intact uit de grond kwam, is volgens Martin Veen van de Werkgroep Archeologie tweede keus. Het heeft een flinke deuk die tijdens de productie is ontstaan. “Die dingen werden massaal gemaakt, het zijn de bierblikjes van de middeleeuwen,” zegt Veen.
De 14de-eeuwse waterkan van grijsbakkend aardewerk die eveneens tevoorschijn kwam, is ook geen unieke vondst. In het archeologisch depot van de gemeente Gorinchem staan er diverse op de plank. “Alleen was dit een kan met een verrassing,” zegt Veen lachend. Hij restaureerde het aardewerk. Bij het legen van de kan bleken er maar liefst veertien skeletjes van muizen in de zwarte prut te zitten. “Het is dus een middeleeuwse muizenval. Die kan is waarschijnlijk ingegraven geweest. Nietsvermoedende muizen wandelden zo hun dood tegemoet. Eenmaal beland op de bodem kwamen ze er niet meer uit. Binnen een paar uur waren die diertjes dood. Waarom de Gorcumer die de val heeft gezet deze niet heeft geleegd, blijft een raadsel. “Voor ons is het natuurlijk prachtig. Zo’n vondst doe je maar één keer. De pot moet ergens tussen 1350 en 1425 zijn gemaakt. Bij archeologische opgravingen voor de aanleg van de Betuweroute ter hoogte van Kerk-Avezaath is ook zo’n val gevonden,” zegt Veen.
Draagspeld
Verder vonden de archeologen een loden draagspeld. Het kleinood heeft een afmeting van 2,8 bij 2,4 centimeter. Het verbeeldt een zittende man met een blaasbalg en een spinrokken, de stok waarop de wol zat. De attributen zijn verloren geraakt. “Het is een wereldse speld, zoveel staat vast. Ze zijn eerder gevonden, vandaar dat we weten wat deze man in zijn handen moet houden. Zo’n ding is toch aansprekend,” aldus Veen.
Anja Broeken
AD Rivierenland
12 november 2011