GORINCHEM – In Gorcum is onder de fundamenten van de oude synagoge aan de Kwekelstraat 14 een mikwe opgedoken. Dat gebeurde tijdens archeologisch onderzoek naar de in 1958 gesloopte synagoge. “Het is een typisch Hollandse mikwe van baksteentjes van gele IJsselklei, met treden van rode Waalsteen en een bodem van rode plavuizen,” vertelt Ruth de Jong van de Stichting Dijksynagoge te Gorcum.
Het nog helemaal gave rituele bad bevindt zich in een bouwput. Op deze plaats wordt in opdracht van ING Vastgoed het project Blijenhoek gerealiseerd en wordt als onderdeel van een winkelpassage een winkel gebouwd met daarboven appartementen, naar ontwerp van architect Abel Cahen.
Half februari begon het archeologisch onderzoek op deze plek, onder leiding van stadsarchivaris René van Dijk, Martin Veen van de stedelijke archeologische werkgroep en archeoloog Pieter Floore. Toen men in het synagoge-complex een waterput tegenkwam, schreef de lokale pers al dat dit een ritueel bad was. Dat klopte niet, maar niettemin stuitte men enige tijd later wel degelijk op een anderhalf bij twee meter grote mikwe dat tot 1912 in gebruik was.
Ruth de Jong is geraakt door de vondst. “Ik vond het aandoenlijk. Toen het mikwe net was blootgelegd zei Floore : “Geef mij je fototoestel eens, ik maak van jou een foto in het mikwe”. Ik twijfelde. Mijn man en ik zijn zo’n beetje de enige belijdende Joden van Gorcum. Een mikwe is geen plaats waar je zomaar instapt. Maar ik vond het ook een voorrecht. Ik heb mijn schoenen uitgetrokken en ben met mijn blote voeten in het koude regenwater gestapt.”
Ook architect Cahen is ontroerd. “Het mikwe is geen spectaculaire bezienswaardigheid. Alleen voor Joden zoals ik, die er sentimentele waarde aan hechten, is het bijzonder.” Cahen wil dat het rituele bad in de grond blijft en niet wordt beschadigd. “We weten wat er in de oorlog gebeurd is, ook met de Joden van Gorcum. Dat het mikwe daar blijft vind ik het meest eerbiedige. Daar gaan we niet doorheen met een heipaal.”
De Stichting Dijksynagoge wil dat de gemeente Gorcum, projectontwikkelaar ING Vastgoed en Cahen dit laatste stukje joods Gorcum behouden. De Jong : “De gemeente heeft nu de kans om goed te maken dat het sjoeltje destijds is afgebroken.”
De gesloopte sjoel fungeerde voor de oorlog voor zo’n honderd gemeenteleden. Toen er in de jaren vijftig nauwelijks Joden in Gorcum woonden, stootte het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap het pand af. De Jong vertelt dat de burgerlijke gemeente het vervolgens onder leiding van de stadsvernieuwende burgemeester Ridder van Rappart sloopte. “De burgemeester vond dat de middeleeuwse binnenstad plaats moest maken voor hoog- en nieuwbouw. Om de mof te imponeren, om te laten zien dat de Duitsers Gorcum niet hadden klein gekregen.”
Sommige mensen stellen voor over het mikwe een glazen plaat te leggen, zodat het vanaf de straat zichtbaar blijft. De Jong vindt dat geen goed plan. “Dan rijden er auto’s overheen en plassen er honden op. Dat kan niet. Stort het dan maar weer vol zand en laat het verder met rust.” Anderen opperen het mikwe naar de synagoge van Sliedrecht te verplaatsen.
Architect Cahen vindt het passend als aan de gevel van de te bouwen winkel een gedenkplaat komt, waarop staat dat op deze plek de Gorcumse synagoge gestaan heeft. Hij heeft dit idee voorgelegd aan een ambtenaar. Ook Cahen vindt dat het mikwe moet blijven waar het is : “Ik vind het passend als het weer wordt volgestort. Als een soort begrafenisritueel, voor zover je dat van stenen kunt zeggen.”
Shirley Haasnoot
Nieuw Israëlitisch Weekblad
3 maart 2000