Gorinchem begint over een goede week met opgravingen op de plek waar eind 2003 V&D de deuren opent. De verwachtingen zijn hooggespannen. De archeologen hopen restanten van het Hof van de heren van Arkel aan te treffen, het geslacht dat zijn stempel drukte op de geschiedenis van de oostelijke Alblasserwaard.
Volgens de overlevering keken de bewoners van het Hof van de Heren van Arkel pal op de Grote Kerk als ze uit hun voordeur stapten. Of dat op de toekomstige bouwlocatie van V&D ook daadwerkelijk heeft gestaan, moet blijken uit archeologisch onderzoek.
De Werkgroep Archeologie van de Gemeente Gorinchem heeft werkelijk geen enkele tekening of schilderij voor handen waarop het Hof van de Heren van Arkel is terug te zien. De speurtocht is volledig gebaseerd op schriftelijk archiefmateriaal waarin aan de ‘woning met opstallen en tuin’ van de Arkels wordt gerefereerd.
Complotverhaal
De heren van Arkel vormden in de veertiende eeuw een machtig geslacht. Jan van Arkel was lange tijd trouw aan de Graaf van Holland, maar diens diep gewortelde drang om zijn macht uit te breiden, stuitte Van Arkel tegen de borst. In 1401 zei hij zijn trouw op. Reden genoeg voor gewapende conflicten, waarbij Jan niet alleen het onderspit dolf, maar ook de steun van zijn zoon Willem kwijt raakte. De burgers van Gorinchem waren de steeds oplaaiende strijd meer dan beu en haalden Willem in 1406 over zich tegen zijn vader te keren. Een complot dat overigens in de kiem werd gesmoord en uitmondde in een hernieuwde band tussen Jan en diens zoon.
“Het is het verhaal over het complot waarin het Hof van Arkel opduikt”, zegt archeoloog Martin Veen van de Werkgroep Archeologie. “In die overlevering wordt geschetst hoe de stedelingen en Willem na hun gesprekken het huis verlaten en uitzien op de kerktoren. Maar of dit historisch correct is, is de vraag. Dat er een hof heeft gestaan, is wel op basis van archieven te herleiden. Wie er gewoond heeft, laat zich raden.” Veen zette zelf eerst ook vraagtekens bij aanwijzingen rond een hof, temeer omdat de Arkels in dezelfde periode een enorm kasteel hadden, gelegen tussen de stad en de rivier. “Maar navraag bij een deskundige op het gebied van kastelen en burchten, leerde me dat het niet ongebruikelijk was om naast een kasteel ook nog een hof te hebben. Misschien was het Hof van Arkel wel een bestuurscentrum, woonde er een familielid of misschien zelfs een van de vriendinnen van Jan van Arkel. Van hem is bekend dat hij diverse bastaardkinderen had.” “En stuitten we niet op de restanten van het Hof van Arkel, zouden we altijd nog de voorloper van het Gorcumse Gymnasium kunnen vinden. Uit diezelfde archieven blijkt namelijk dat op dezelfde plek in de vijftiende eeuw de Latijnse School zou hebben gestaan. De huidige Knipsteeg staat in die periode te boek als ‘Scoelsteghe’, Schoolsteeg. Het was heel gebruikelijk om straatjes en steegjes te noemen naar hetgeen er te vinden was.”
Leiding BAAC uit Den Bosch
De opgravingen staan onder leiding van het Bossche BAAC, een bureau dat als eerste naast het Archeologisch Dienstencentrum een opgravingsbevoegdheid heeft. Gemeenten mogen op basis van wetgeving namelijk niet zomaar eigenhandig zelf de spade in de grond steken. “Dit bureau heeft de leiding van het project, maar dat betekent niet dat we als werkgroep een soort uitvoerder zijn geworden. Er wordt wel degelijk overlegd, temeer omdat onze mensen de situatie ter plaatse kennen en eerder archeologisch onderzoek in de binnenstad hebben gedaan.”
Vijftig vrijwilligers
Vijftig vrijwilligers heeft Veen ter beschikking voor het werk in het veld en de conservering en restauratie van vondsten. “Bovendien schrijven we de archeologische verenigingen in Dordrecht, de Alblasserwaard en het Land van Heusden en Altena aan met de vraag of zij interesse hebben om mee te graven. We hebben vanaf 12 augustus zeven weken de tijd. In die tijd moeten we een heel eind kunnen komen, hoewel de onderzoekslocatie honderden vierkante meters beslaat. Dat we blind moeten beginnen, hoeft geen probleem te zijn. Het is een kwestie van de spade de grond in en kijken wat we tegenkomen. Dat we restanten uit de Middeleeuwen zullen tegenkomen staat kijf, want in die tijd stonden in Gorinchem al woningen.
3 augustus 2002
De Dordtenaar
Anja Broeken