GORINCHEM – Archeologen hebben tijdens opgravingen in de Gorcumse binnenstad enkele bijzondere lederen voorwerpen gevonden. Zij onderzochten de bodem van de bouwplaats van het Bluebandhuis weliswaar al in november 2011, maar pas tijdens de conservering van de vondsten werd duidelijk wat zij in handen hadden.
Het gaat om een 14de eeuwse kalfsleren handschoen. Nog niet eerder werd in Nederland zo’n exemplaar gevonden. Ook de vondst van een gareel, deel van een paardentuig, is bijzonder te noemen. Het conserveren, waarbij onder meer wonderolie wordt gebruikt, nam enkele weken in beslag.
Handschoen en gareel duiken op in bouwput
De vondst van een kalfsleren handschoen uit de veertiende eeuw uit de Gorcumse binnenstad is uniek. Niet eerder werd in Nederland zo’n luxe kledingstuk uit die tijd gevonden, zo blijkt uit een publicatie in de nieuwsbrief van de Archaeological Leather Group. “Het is een verrassende vondst,” zegt Martin Veen van het gemeentelijk depot voor bodemvondsten in Gorinchem. “Soortgelijke kalfsleren handschoenen uit de veertiende eeuw zijn tot nu toe alleen in Zwitserland en Zweden gevonden. Nederlandse exemplaren waren tot nu toe uit een latere periode en van geitenleer. Zo is in 2008 in Dordrecht zo’n handschoen ontdekt.” Hollandia Archeologen en de vrijwilligers van de Werkgroep Archeologie onderzochten in november 2011 de bouwplaats van het voormalige Bluebandhuis op de hoek van de Arkelstraat en de Rosmolensteeg. Eigenaar Poort 6 wilde oorspronkelijk het huis restaureren, maar de kosten waren zo hoog dat herbouw beter bleek. Hierdoor kregen de archeologen de kans voor het bodemonderzoek in dit deel van de binnenstad. Het leverde onder meer de fundamenten op van woningen uit de dertiende eeuw : niet eerder waren er in de Arkelstad sporen van huizen van de gewone man uit die periode aangetroffen.
Waterput
“De restanten van de leren handschoen zijn afkomstig uit een 14de eeuwse waterput waarin het nodige afval zat. Het is niet het enige leren voorwerp dat op die plek is gevonden,” zegt Veen. Zo zijn er volgens hem ook overblijfselen van een gareel aangetroffen. Dat is een halsstuk voor een trekdier, zoals een paard. Onderzoekster Marloes Rijkelijkhuizen durft die conclusie niet te trekken, zo blijkt uit haar publicatie in de nieuwsbrief van de Archaeological Leather Group. Dit is een internationaal gezelschap van archeologen die zich gespecialiseerd hebben in onderzoek van leren vondsten. Zij spreekt over een mistery object. “Het kan bijna niet anders gezien de omvang van dat stuk leer en de manier waarop het in elkaar zit,” zegt Veen. Hij vind dat zij met haar conclusie erg voorzichtig is. „De vondst van paardentuig op die plek past ook bij de rest van de archeologische bevindingen in dat gebied.” Zo kwamen bijvoorbeeld de restanten van een raderwiel tevoorschijn, restanten van de rosmolen waaraan de steeg die langs het perceel loopt zijn naam heeft te danken.
Rosmolen
Een rosmolen is een door paarden aangedreven maalinstallatie. Boeren brachten er hun graan om tot meel te laten vermalen. Op een stadskaart uit 1575 staat uitgerekend op die plaats zo’n molen ingetekend. Voor Pieter Floore, senior-archeoloog bij Hollandia Archeologen, was de vondst en de kaart van Jacob van Deventer dè bevestiging van een vermoeden dat al langer leefde. Onderzoek enkele jaren eerder op de hoek van de Kortendijk en de Rosmolensteeg gaven al een beeld van wat de archeologen zouden kunnen aantreffen. “En toch blijf je steeds weer verrassingen tegenkomen,” zegt Veen. “Die handschoen is natuurlijk het summum. Maar we hebben ook prachtige leren messenschedes aangetroffen, evenals de resten van schoeisel.” Ook een piepkleine draagspeld waarop duidelijk een mannetje te zien is met een blaasbalg en een spinstok waarop de wol zat is aangetroffen.
Muizen
Een van de andere verrassingen die Veen zeker wil noemen, is zijn middeleeuws muizenval. De Gorcumer die met Toos Busch het gemeentelijk depot voor bodemvondsten beheert, ontdekte deze bij toeval. ‚“Die val is een grijsbakkend aardewerken waterkan,” vertelt Veen. „Ik wilde hem schoonmaken voor conservering. Bij het legen ervan bleken er veertien muizenskeletten in te zitten.” Waarschijnlijk is de kan ingegraven geweest. “Nietsvermoedende muizen wandelden zo hun dood tegemoet, want de beestjes die eenmaal in die kan vielen, kwamen er nooit meer uit.”
Meer over de vondsten bij het Bluebandhuis Gorinchem op : www.archeologiegorinchem.com
Anja Broeken
AD Rivierenland
25 – 7‑2013