Wroe­ten in de Gor­cumse klei : arche­o­lo­gen bren­gen bot­ten in kaart

GORIN­CHEM – Han­den gehuld in latex hand­schoe­nen gra­ven uiterst voor­zich­tig de over­tol­lige mod­der weg. Steeds meer bot­ten komen aan de opper­vlakte te lig­gen. Delen van ske­let­ten wor­den nauw­keu­rig schoon­ge­maakt en in kaart gebracht. Arche­o­lo­gen schui­fe­len door de mod­der, knie­len om een bot nauw­keu­ri­ger te bekij­ken en wroe­ten in de aarde. Soms klinkt er opge­won­den gemom­pel, maar er heerst vooral een bijna serene stilte.

Wroeten in de Gorcumse klei: archeologen brengen botten in kaart

Wroe­ten in de Gor­cumse klei : arche­o­lo­gen bren­gen bot­ten in kaart

Het arche­o­lo­gisch onder­zoek bij de Grote Kerk is in volle gang. Tot en met vrij­dag zijn de arche­o­lo­gen van Hol­lan­dia uit Zaan­dijk samen met enkele vrij­wil­li­gers van de arche­o­lo­gi­sche ver­e­ni­ging uit Gorin­chem onder lei­ding van de gemeen­te­lijk arche­o­loog Eliza van Rooi­jen bezig met het in kaart bren­gen van de men­se­lijke bot­ten. Deze bot­ten wer­den in janu­ari van dit jaar ont­dekt tij­dens werk­zaam­he­den voor de nieuwe blus­in­stal­la­tie die bij de geres­tau­reerde Grote Kerk moet komen. Omdat de gemeente er al reke­ning mee hield dat er wel eens bot­ten zou­den kun­nen lig­gen rondom de kerk was er bij de werk­zaam­he­den al een arche­o­loog aan­we­zig. De hoe­veel­heid was ech­ter gro­ter dan ver­wacht en de werk­zaam­he­den wer­den in janu­ari dan ook gestaakt.

Begraaf­plaats tot 1830

Vanaf maan­dag is Hol­lan­dia Arche­o­lo­gen bezig met het uit­gra­ven van het tracé voor de blus­lei­ding en de blus­put. Een hele klus, want het team heeft slechts tot en met vrij­dag de tijd om de bot­ten te tra­ce­ren. “We gra­ven alleen op het tracé waar de blus­lei­ding komt. We gaan dan ook niet onein­dig diep gra­ven en we onder­zoe­ken ook alleen maar dit gedeelte rondom de kerk. We weten inmid­dels wel dat rondom de kerk diverse gra­ven zijn. Tij­dens het plan­ten van de bomen zijn ook al eens bot­ten gevon­den”, legt arche­o­loge Eliza van Rooi­jen uit. “we wis­ten dus wel dat er bot­ten zou­den lig­gen, maar we had­den geen idee hoe diep het zou lig­gen. Tot mijn ver­ba­zing kwa­men we ech­ter vrij snel al de eer­ste bot­ten tegen”, ver­volgt de arche­o­loge haar ver­haal. Vol­gens Van Rooi­jen is het gebied tus­sen de der­tiende eeuw en 1830 in gebruik geweest als begraaf­plaats. Hoe ouder de bot­ten hoe die­per ze lig­gen. “De bot­ten die wij opgra­ven zijn dus rela­tief jong. De jong­ste gra­ven kun­nen uit de 19e eeuw zijn”. Dat neemt niet weg dat er ook oudere bot­ten gevon­den wor­den. De grond waar de gra­ven zich bevin­den is in het ver­le­den name­lijk nogal eens ver­gra­ven en de gra­ven zijn in het ver­le­den ook al eens deels geruimd.

Fysisch antro­po­lo­gisch onderzoek

Ter­wijl Van Rooi­jen haar ver­haal doet roept een andere arche­o­loog ineens een col­lega. Reden : twee sche­dels zijn dui­de­lijk zicht­baar in de Gor­cumse klei. Uiterst voor­zich­tig maar zicht­baar opge­to­gen graaft arche­o­loog Sjeng Dautzen­berg de aarde rondom de sche­dels weg. Uit­ein­de­lijk is het aan de fysisch antro­po­loog om alle bot­ten te beoor­de­len. Door mid­del van aller­lei tech­nie­ken kan zij ach­ter­ha­len hoe oud de over­le­dene is, wat het geslacht is, uit welk jaar de bot­ten stam­men en zelfs aan welke ziek­ten de dode even­tu­eel leed. De sche­dels en alle andere bot­ten die gevon­den zijn wor­den alle­maal onder­zocht. Over drie maan­den zal het eer­ste rap­port over de gra­ven rond de Grote Kerk ver­schij­nen, maar wan­neer de onder­zoe­ken afge­slo­ten zijn kan Van Rooi­jen nog niet zeggen.“Ik ver­wacht dat ze (de fysisch antro­po­loog, red.) zo’n twee ske­let­ten per dag kan onder­zoe­ken.” Gek genoeg werd er naast de bot­ten wei­nig ander his­to­risch mate­ri­aal gevon­den. “Je zou den­ken dat we ook kno­pen of ges­pen zou­den vin­den maar dat is niet het geval. Wel een spij­ker of zo maar dat is dan waar­schijn­lijk een over­blijf­sel van een graf­kist. Ver­der is er van de kis­ten wei­nig terug te vin­den. Het meeste hout is vrij slecht bewaard geble­ven en soms zijn de men­sen ook gewoon zon­der kist begra­ven,” legt van Rooi­jen uit.

Naar ver­wach­ting gaat het hele onder­zoek zo’n veer­tig dui­zend euro kos­ten. Na afloop van het onder­zoek wor­den de opge­gra­ven bot­ten her­be­gra­ven op de Alge­mene Begraaf­plaats in Gorinchem.

De Stad Gorinchem
27 mei 2008

Reacties zijn gesloten.