Spij­k­s­edijk 56 (2009)

Onder­zoek

Spijksedijk 56

Spij­k­s­edijk 56

Op 26 maart 2009 is door De Steek­proef een Inven­ta­ri­se­rend Veld­on­der­zoek Ove­rig (IVO‑O) uit­ge­voerd op een ter­rein aan de Spij­k­s­edijk 56 te Gorin­chem. Het arche­o­lo­gisch onder­zoek betrof een veld­on­der­zoek met bureauonderzoek. 

Het bureau­on­der­zoek heeft tot doel om op basis van beschik­bare infor­ma­tie te komen tot een gespe­ci­fi­ceerd arche­o­lo­gisch ver­wach­tings­mo­del. Het veld­on­der­zoek heeft ver­vol­gens tot doel om het gespe­ci­fi­ceerd arche­o­lo­gisch ver­wach­tings­mo­del te toet­sen door mid­del van veld­waar­ne­min­gen. Hier­mee kan de vraag­stel­ling beant­woord wor­den of in het plan­ge­bied arche­o­lo­gi­sche waar­den aan­we­zig (kun­nen) zijn en of deze ver­volg­on­der­zoek en/​of plan­aan­pas­sing vereisen.

Ver­wach­ting vanaf late IJzertijd

Vol­gens het gespe­ci­fi­ceerd arche­o­lo­gisch ver­wach­tings­mo­del geldt voor het plan­ge­bied een hoge ver­wach­ting voor wat betreft de aan­we­zig­heid van arche­o­lo­gi­sche res­ten date­rend vanaf de late ijzer­tijd. Uit het boor­on­der­zoek blijkt dat de boven­ste halve tot ander­halve meter van de bodem in het plan­ge­bied ver­lo­ren is gegaan bij de inrich­ting tot bedrij­ven­ter­rein. De top­laag bin­nen het bedrij­ven­ter­rein bestaat op de meeste plaat­sen uit een onge­veer één meter dik pak­ket bak­steen­puin. De hier­on­der aan­ge­trof­fen afzet­tin­gen zijn gevormd in een dyna­misch afzet­tings­mi­lieu waarin geen geschikte bewo­nings­om­stan­dig­he­den heersten.

Dikke klei­laag

De in de voet van de Spij­k­s­edijk gezette borin­gen con­tras­te­ren sterk met de bin­nen het bedrij­ven­ter­rein gezette borin­gen, door­dat deze borin­gen wor­den geken­merkt door een top­laag van humus­rijke, ste­vige klei op een dik pak­ket kom­klei dat door­loopt tot drie meter bene­den het maaiveld.
Geen indicatoren

Bij de borin­gen zijn geen arche­o­lo­gi­sche indi­ca­to­ren aan­ge­trof­fen. De resul­ta­ten van het onder­zoek geven geen aan­lei­ding om arche­o­lo­gisch ver­volg­on­der­zoek te advi­se­ren. Even­min zijn tij­dens het onder­zoek arche­o­lo­gi­sche res­ten aan­ge­trof­fen waar­mee tij­dens de ver­dere plan­vor­ming of bij de uit­voe­ring van de geplande werk­zaam­he­den reke­ning zou moe­ten wor­den gehou­den. In ver­band met het vol­le­dig ont­bre­ken van arche­o­lo­gi­sche indi­ca­to­ren bin­nen het plan­ge­bied, zijn de KNA-onder­de­len Waar­de­stel­ling en Selec­tie­ad­vies, in dit rap­port niet nader uitgewerkt.

Publi­ca­tie

Exaltus, R. & J. Orbons Gorinchem, Spijksedijk 56. Gemeente Gorinchem (ZH), Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek, Steekproefrapport 2009-03/13, Zuidhorn. Exaltus, R. & J. Orbons
Gorinchem, Spijksedijk 56. Gemeente Gorinchem (ZH), Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek, Steekproefrapport 2009-03/13, Zuidhorn.
Flipbook | PDF (8,12 MB)

Met­a­data

Archisnummer(s):onderzoeksmelding: 33710
Topografische Kaart:38G
Coördinaten:127.717/428.452
127.802/428.604
127.966/428.567
127.812/428.404
Toponiem:Spijksedijk 56
Plaats:Gorinchem
Gemeente:Gorinchem
Provincie:Zuid-Holland
Type onderzoek:IVO-B
Uitvoerder:De Steekproef
Projectleider:Jelsma
Opdrachtgever:Ingenieursbureau Mol
Bevoegd gezag:Gemeente Gorinchem
Aanvang onderzoek:26 maart 2009
Vondsten & documentatie:Geen
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-x96-gcep

Reacties zijn gesloten.