Onderzoek
Dit archeologisch onderzoek aan de Melkheul dat door Hollandia werd uitgevoerd, is in zekere mate uniek. Het geeft namelijk een beeld van de burgerlijke materiële cultuur in Gorinchem van de 16de eeuw tot in de 20e eeuw, een periode die in archeologisch opzicht in het verleden vaak niet goed onderzocht en verwaarloosd werd. De grote waarde van dit project wordt hiermee onderstreept. Ondanks de geringe middelen, de technische beperkingen en de verre van ideale onderzoeksomstandigheden waaronder het werk is verricht, is een stuk geschiedenis van industriële ontwikkeling van de stad Gorinchem aan het licht gekomen.
De overgang van ambachtelijke nijverheid en kleinschalig productie van gebruiksgoederen in de 17de en 18de eeuw naar een grootschalige, industriële productie die ook onze huidige consumptiemaatschappij kenmerkt is in het spectrum van de vondsten zichtbaar. Het weerspiegelt een toename van diversiteit in goederen en behoeften van de burger, veranderende productietechnieken en zich in steeds sneller tempo opvolgende technische innovaties van de Nieuwe Tijd.
Multifunctioneel gebruik
Het veelzijdige gebruik van de Melkheul door de eeuwen heen blijkt uit de topografische ligging, uit de archiefstukken, en uit het archeologische vondstmateriaal. Tot in het einde van de 16de eeuw lag de Melkheul buiten de stadsmuren en vormde de gracht een verbinding met de Schelluinse Vliet. Het water waarborgde het goederentransport van en naar het noordelijke achterland. De schuiten van melkveeboeren konden langs deze waterweg de stad bereiken. Aan het einde van de 16de eeuw groeide de stad en kwam de gracht binnen de stadsmuren te liggen en vervulde er functies als riool, spuigat, binnenhaven en zoals uit de archiefstukken blijkt, ook als drinkwatervoorziening en als zwemgelegenheid.
De kademuren of beschoeiingen van de gracht of andere sporen van de gracht uit de vroegste periode (16de eeuw) werden niet teruggevonden in de werkputten. Vermoedelijk zijn deze overblijfselen reeds verdwenen bij de latere bouw- en baggerwerkzaamheden of bevinden zich nog resten ervan in de bodem buiten de kademuur. De kademuur is waarschijnlijk gebouwd in de 17de eeuw en sindsdien regelmatig verbouwd. Vanaf de 19de eeuw werd in de archieven herhaaldelijk melding gemaakt van restauratiewerkzaamheden.
Op het diepste niveau in de werkputten bevond zich een bruine kleilaag die dateerde uit de periode toen het buitenwater bij hoog water de Melkheul nog kon binnenstromen. Hierin werden enkele vondsten uit de vroegste periode, de tweede helft van de 16de eeuw, aangetroffen. Samen met talrijkere vondsten uit de 17de en 18de eeuw vertegenwoordigde dit een “ruis” van overblijfselen uit deze periodes. Door de baggerwerkzaamheden die gedurende deze tijd werden uitgevoerd en door het spuien van de gracht zal het grootste deel van de overblijfselen reeds verwijderd zijn omdat de bagger in de gracht een obstakel vormde voor de doorvaart en bovendien voor stagnatie van het vervuilde water zorgde.
Gedempt in 1930
Vanaf 1819 maakte de open verbinding met de vestinggracht plaats voor een nauwere duiker waardoor de doorstroom van water stremde en het afval zich in toenemende mate in de gracht ophoopte. Nadat rond 1850 het dempen van het binnenhaventje ter hoogte van het Melkpad voltooid was nam dit alleen nog maar toe. Ondanks het spuien en het geregeld uitbaggeren bleef de gracht een stinkend openluchtriool omdat de afwatering van het achterliggende deel van de stad er voor een groot deel op uitmondde. Ophoping van onvergankelijk huisvuil in het water nam gedurende de 19de eeuw alleen maar toe als gevolg van het veranderende consumptiepatroon en de toename van de industriële productie in deze periode. Dit zorgde voor de afzetting van een zwarte grachtvulling die in de werkputten werd aangetroffen. In 1930 werd de Melkheul gedempt waarbij deze laag werd afgedekt met zand. De grachtvulling van de Melkheul bleef bewaard als een tijdscapsule waarin het huisvuil uit de tijd van de industriële revolutie werd geconserveerd en waarin een reflectie van toenemende verscheidenheid van producten zichtbaar is die de grote veranderingen in een relatief zeer korte periode weerspiegeld aan de voet van de 20ste eeuw.
Foto’s
Publicatie
![]() |
Bonke, A.J., R.F. van Dijk & M.J.J. Dautzenberg (2001) Archeologische begeleiding Melkheul, gemeente Gorinchem, Amsterdam, 2001. Flipbook | PDF (967 Kb) |
Metadata
Archisnummer(s): | waarnemingsnummer: 48457 |
Topografische Kaart: | 38D |
Coördinaten: | 126.55/427.10 (centrum) |
Toponiem: | Melkheul |
Plaats: | Gorinchem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | Archeologische begeleiding |
Uitvoerder: | Hollandia Archeologen |
Projectleider: | Dr. ing. A.J. Bonke |
Opdrachtgever: | Gemeente Gorinchem |
Bevoegd gezag: | Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort |
Aanvang onderzoek: | 31 januari 2000 |
Vondsten & documentatie: | Gemeentelijk depot voor archeologie Gorinchem |
DANS: | https://doi.org/10.17026/dans-zzk-kh6s |