Melkheul (2000)

Onderzoek

Melkheul Gorinchem 1910

Melk­heul Gorin­chem 1910

Dit arche­o­lo­gisch onder­zoek aan de Melk­heul dat door Hol­lan­dia werd uit­ge­voerd, is in zekere mate uniek. Het geeft name­lijk een beeld van de bur­ger­lijke mate­ri­ële cul­tuur in Gorin­chem van de 16de eeuw tot in de 20e eeuw, een peri­ode die in arche­o­lo­gisch opzicht in het ver­le­den vaak niet goed onder­zocht en ver­waar­loosd werd. De grote waarde van dit pro­ject wordt hier­mee onder­streept. Ondanks de geringe mid­de­len, de tech­ni­sche beper­kin­gen en de verre van ide­ale onder­zoeks­om­stan­dig­he­den waar­on­der het werk is ver­richt, is een stuk geschie­de­nis van indu­stri­ële ont­wik­ke­ling van de stad Gorin­chem aan het licht gekomen.

De over­gang van ambach­te­lijke nij­ver­heid en klein­scha­lig pro­duc­tie van gebruiks­goe­de­ren in de 17de en 18de eeuw naar een groot­scha­lige, indu­stri­ële pro­duc­tie die ook onze hui­dige con­sump­tie­maat­schap­pij ken­merkt is in het spec­trum van de vond­sten zicht­baar. Het weer­spie­gelt een toe­name van diver­si­teit in goe­de­ren en behoef­ten van de bur­ger, ver­an­de­rende pro­duc­tie­tech­nie­ken en zich in steeds snel­ler tempo opvol­gende tech­ni­sche inno­va­ties van de Nieuwe Tijd.

Multifunctioneel gebruik

Het veel­zij­dige gebruik van de Melk­heul door de eeu­wen heen blijkt uit de topo­gra­fi­sche lig­ging, uit de archief­stuk­ken, en uit het arche­o­lo­gi­sche vondst­ma­te­ri­aal. Tot in het einde van de 16de eeuw lag de Melk­heul bui­ten de stads­mu­ren en vormde de gracht een ver­bin­ding met de Schel­luinse Vliet. Het water waar­borgde het goe­de­ren­trans­port van en naar het noor­de­lijke ach­ter­land. De schui­ten van melk­vee­boe­ren kon­den langs deze water­weg de stad berei­ken. Aan het einde van de 16de eeuw groeide de stad en kwam de gracht bin­nen de stads­mu­ren te lig­gen en ver­vulde er func­ties als riool, spui­gat, bin­nen­ha­ven en zoals uit de archief­stuk­ken blijkt, ook als drink­wa­ter­voor­zie­ning en als zwemgelegenheid.

Detail kaart Jacob van Deventer (1558)

Detail kaart Jacob van Deven­ter (1558)

De kade­mu­ren of beschoei­in­gen van de gracht of andere spo­ren van de gracht uit de vroeg­ste peri­ode (16de eeuw) wer­den niet terug­ge­von­den in de werk­put­ten. Ver­moe­de­lijk zijn deze over­blijf­se­len reeds ver­dwe­nen bij de latere bouw- en bag­ger­werk­zaam­he­den of bevin­den zich nog res­ten ervan in de bodem bui­ten de kade­muur. De kade­muur is waar­schijn­lijk gebouwd in de 17de eeuw en sinds­dien regel­ma­tig ver­bouwd. Vanaf de 19de eeuw werd in de archie­ven her­haal­de­lijk mel­ding gemaakt van restauratiewerkzaamheden.

Op het diep­ste niveau in de werk­put­ten bevond zich een bruine klei­laag die dateerde uit de peri­ode toen het bui­ten­wa­ter bij hoog water de Melk­heul nog kon bin­nen­stro­men. Hierin wer­den enkele vond­sten uit de vroeg­ste peri­ode, de tweede helft van de 16de eeuw, aan­ge­trof­fen. Samen met tal­rij­kere vond­sten uit de 17de en 18de eeuw ver­te­gen­woor­digde dit een “ruis” van over­blijf­se­len uit deze peri­o­des. Door de bag­ger­werk­zaam­he­den die gedu­rende deze tijd wer­den uit­ge­voerd en door het spuien van de gracht zal het groot­ste deel van de over­blijf­se­len reeds ver­wij­derd zijn omdat de bag­ger in de gracht een obsta­kel vormde voor de door­vaart en boven­dien voor stag­na­tie van het ver­vuilde water zorgde.

Melkpad met Melkheul Gorinchem

Melk­pad met Melk­heul Gorinchem

Gedempt in 1930

Vanaf 1819 maakte de open ver­bin­ding met de ves­ting­gracht plaats voor een nau­were dui­ker waar­door de door­stroom van water stremde en het afval zich in toe­ne­mende mate in de gracht ophoopte. Nadat rond 1850 het dem­pen van het bin­nen­ha­ven­tje ter hoogte van het Melk­pad vol­tooid was nam dit alleen nog maar toe. Ondanks het spuien en het gere­geld uit­bag­ge­ren bleef de gracht een stin­kend open­luch­tri­ool omdat de afwa­te­ring van het ach­ter­lig­gende deel van de stad er voor een groot deel op uit­mondde. Opho­ping van onver­gan­ke­lijk huis­vuil in het water nam gedu­rende de 19de eeuw alleen maar toe als gevolg van het ver­an­de­rende con­sump­tie­pa­troon en de toe­name van de indu­stri­ële pro­duc­tie in deze peri­ode. Dit zorgde voor de afzet­ting van een zwarte gracht­vul­ling die in de werk­put­ten werd aan­ge­trof­fen. In 1930 werd de Melk­heul gedempt waar­bij deze laag werd afge­dekt met zand. De gracht­vul­ling van de Melk­heul bleef bewaard als een tijds­cap­sule waarin het huis­vuil uit de tijd van de indu­stri­ële revo­lu­tie werd gecon­ser­veerd en waarin een reflec­tie van toe­ne­mende ver­schei­den­heid van pro­duc­ten zicht­baar is die de grote ver­an­de­rin­gen in een rela­tief zeer korte peri­ode weer­spie­geld aan de voet van de 20ste eeuw.

Foto’s

Publicatie

Bonke, A.J., R.F. van Dijk & M.J.J. Dautzenberg (2001) Archeologische begeleiding Melkheul, gemeente Gorinchem, Amsterdam, 2001. Bonke, A.J., R.F. van Dijk & M.J.J. Dautzenberg (2001)
Archeologische begeleiding Melkheul, gemeente Gorinchem, Amsterdam, 2001.
Flipbook | PDF (967 Kb)

Metadata

Administratieve gegevens
Archisnummer(s):waarnemingsnummer: 48457
Topografische Kaart:38D
Coördinaten:126.55/427.10 (centrum)
Toponiem:Melkheul
Plaats:Gorinchem
Gemeente:Gorinchem
Provincie:Zuid-Holland
Type onderzoek:Archeologische begeleiding
Uitvoerder:Hollandia Archeologen
Projectleider:Dr. ing. A.J. Bonke
Opdrachtgever:Gemeente Gorinchem
Bevoegd gezag:Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort
Aanvang onderzoek:31 januari 2000
Vondsten & documentatie:Gemeentelijk depot voor archeologie Gorinchem
DANS:https://doi.org/10.17026/dans-zzk-kh6s

Reacties zijn gesloten.