Sporen van vroeger

GORIN­CHEM – Alweer ander­halve week gele­den startte de werk­groep Arche­o­lo­gie van de gemeente Gorin­chem o.l.v. de arche­o­loog drs. Pie­ter Floore van de Uni­ver­si­teit van Amster­dam met de opgra­ving naar het huis Paf­fen­rode op het Kazerneplein. 

Dit huis werd in hel eind van de zes­tiende eeuw gebouwd door Stads­pen­si­o­na­ris mr. Adriaen van Weres­teyn, ver­trou­we­ling van Prins Mau­rits. In 1618 werd het gekocht door Dros­saard Jacob van Paf­fen­rode, getrouwd met Maria van Arkel. Zij, en later hun zoon Johan, waren de bekend­ste bewo­ners in de zeven­tiende eeuw. Later werd dit huis o.a. bewoond door Dros­saard Louis Huy­gens van Zuy­li­chem, de zoon van de beroemde dich­ter Con­stan­tijn Huy­gens. Wegens de bouw­val­lige staat werd het gebouw in de tweede helft van de acht­tiende eeuw afgebroken.

Sporen van de vroegere bewoners Jacob van Paffenrode en zijn vrouw Wilhelmina van Arkel, J.A. van Ravesteijn (1626)

Jacob van Paf­fen­rode en zijn vrouw Wil­hel­mina van Arkel, J.A. van Raves­teijn (1626)

Van het huis zijn geen gede­tail­leerde afbeel­din­gen bekend. De zeven­tiende-eeuwse car­to­gra­fen Blaeu en Wijdt­mans teken­den op hun plat­te­gron­den van Gorin­chem op de plaats van het hui­dige Kazer­ne­plein een groot land­huis met stal­len en een koets­huis, omge­ven door sier­tui­nen en boom­gaard. Het onder­zoek van de werk­groep heeft tot doel een zo nauw­keu­rig moge­lijk inzicht te ver­krij­gen omtrent de grootte en inde­ling van het gebouw. Vorige week dins­dag stuitte men op de eer­ste fun­de­rin­gen van het huis. Tij­dens de eer­ste week ont­dekte men ook een water­put en waterkelder.

Op het­zelfde ter­rein von­den de arche­o­lo­gen ook een sloot of gracht die veel ouder is dan de res­tan­ten van het huis Paf­fen­rode. In deze opge­vulde sloot lagen scher­ven uit de vijf­tiende eeuw, zo ’n hon­derd jaar voor­dat het huis Paf­fen­rode gebouwd werd. Een bij­zon­dere vondst uil deze sloot was het afval van een ‘vijf­tich­maac­ker”. Dit was de mid­del­eeuwse bena­ming voor iemand die rozen­kran­sen maakte. Een rozen­krans beval vijf­tig kraal­tjes. Het afval bestaat uit in repen gezaagde run­der­bot­ten met daarin de boor­ga­ten van de kraaltjes.

Gor­cumse Courant
20 augus­tus 1997

Reacties zijn gesloten.