GORINCHEM – Op de vloer van het oude Stadskantoor ligt het resultaat van twee weken archeologisch onderzoek uitgestald. Een schat aan informatie is aan de Blijenhoek en de Varkenmarkt boven water gehaald. Het is niet ondenkbaar dat deze tot nieuwe inzichten en theorieën leidt over het ontstaan en leven in de Middeleeuwen van Gorinchem. Allerhande gebruiksvoorwerpen maar ook de stoffelijke resten van circa dertig franciscanen, die in de veertiende eeuw de stad bevolkten liggen keurig gerangschikt.
Vrijwilligers zijn druk doende de vondsten schoon te maken. ‘Voor sommige zaken is haast geboden’, zegt Martin Veen, die namens de gemeentelijke begeleidingscommissie het onderzoek, op de voet volgde. ‘Het houten materiaal dient zo snel mogelijk gevriesdroogd te worden anders valt het uit elkaar en de leren voorwerpen moeten we zo vochtig mogelijk houden. ‘De bodemschatten worden opgeslagen in de werkruimte van de archeologische werkgroep, waar zij verder geconserveerd en gerestaureerd worden’. Dat geld niet voor het waanzinnig mooie glaswerk dat aan de Blijenhoek is aangetroffen. De restauratie daarvan wordt uitbesteed omdat de kennis hiervoor bij de plaatselijke archeologen ontbreekt.
Voor de meest waardevolle en opmerkelijkste vondst verwijst Veen naar een eeuwenoud gebrandschilderd raamwerk. Het vormt een bijbels tafereel, waarin Jezus wordt voorgeleid aan Pontius Pilatus. Veen : ‘Het glaswerk is aangetroffen in een beerput van een woonhuis uit de zestiende eeuw. Wij gaan er van uit dat het ouder is vanwege de vijftiende eeuwse schoenen en kledij die de afgebeelde figuren dragen. Het glas is van een bijzondere kwaliteit. Een conclusie kan zijn dat bewoners het ergens mee vandaan hebben genomen en later in de beerput hebben gegooid. We proberen nu de maker van het glaswerk te traceren zodat we tot een betere datering kunnen komen’.
Beeldenstorm
Pieter Floore, die de. opgravingen in de binnenstad namens het Amsterdamse Instituut Pre- en Prehistorische Archeologie coördineert, gaat er van uit dat het meesterwerk onderdeel uitmaakt van een gebrandschilderd raam van een kerk of klooster en dat het gesneuveld is in de periode van de beeldenstorm.
Maar de bodem aan de Blijenhoek , waar binnenkort een winkelpromenade verrijst bood de archeologen meer. Veen : ‘Van alles wat je maar tegen kunt komen. Vooral veel beerputten : de vuilnisbakken van de mensen die in de ‘middeleeuwen leefden. Daarin troffen we pijpenkoppen, gereedschap, potten, pannen, gebruiksglas, leer en aardewerk aan’.
13e of 14e Eeuw
De onderzoekers stuitten ook op de funderingen van huizen die in de dertiende of veertiende eeuw op de Blijenhoek zijn gebouwd. Veen : ‘De woningen liggen zo’n tien meter van elkaar. Daartussen bevond zich een soort erf met onderkomens voor de dieren. Op de plattegronden van Gorinchem uit de zestiende en zeventiende eeuw staat aangegeven dat deze locatie aan de Blijenhoek bebouwd was, maar niet op welke wijze. We hebben nu bloot kunnen leggen wat er zeg maar ruwweg in het begin van de veertiende eeuw op dit punt aan bewoning in de binnenstad aanwezig was. Dit dateren, we aan de hand van gevonden scherven uit die periode’.
Veen zegt dat het tot nu toe weinig toevoegt aan de theorieën over de ontstaansgeschiedenis van de stad. “Daarvoor is diepgaander onderzoek nodig. Het was bekend dat er rond de veertiende eeuw bebouwing was. Vaststaat nu dat hiervan ook op dit stuk grond sprake was. Maar wellicht dat we elders in de stad op twaalfde-eeuwse resten stuiten. De bebouwing is hier in de veertiende eeuw in één keer neergezet. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen die er op duiden dat zich voor die tijd iets heeft ontwikkeld’.
Kerkhof
Het vinden van het kerkhof van de franciscanen aan de Varkenmarkt berust op louter toeval. Stichting Stadsherstel Gorinchem is daar bezig met de restauratie van enkele woningen. Werklieden stuitten bij het heien op enkele kisten en lichtten de archeologen in die bezig waren op de Blijenhoek . Kronieken en geschiedenisboeken geven aan dat op deze plaats rond 1450 een kloostercomplex van de franciscanen heeft gestaan. De stoffelijke resten van de broeders worden blootgesteld aan wetenschappelijk onderzoek.
Veen zegt dat het archeologisch onderzoek aan de Blijenhoek uniek is voor Gorinchem. ‘Nooit eerder is op deze schaal archeologisch onderzoek verricht in de stad. Twee weken lang is een team van 35 vrijwilligers onder leiding van Pieter Floore met de opgravingen bezig geweest. Wat het verder uniek maakt is dat daarbij ook scholieren van de Oude Hoven, het gymnasium en het Merewadecollege waren betrokken. Het onderzoek is volledig bekostigd door de gemeente Gorinchem. Anders hadden we nooit zover gekomen’, legt Veen uit.
Een gemeentelijke begeleidingscommissie heeft het voorstel voorbereid om op de Blijenhoek aan de slag te gaan. Deze commissie wordt onder meer gevormd door vertegenwoordigers van de Historische Vereniging Oud-Gorcum, de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, de Landelijke Vereniging van Amateurarcheologie, stadsarchivaris A.J. Busch, Rob Kreszner van het Gorcums Museum en gemeentesecretaris F. Cerutti.
Grootschalig onderzoek
Veen legt uit waarom juist op de Blijenhoek een voor Gorinchemse begrippen grootschalig archeologisch onderzoek is gestart. ‘Het is een tamelijk groot terrein, waarop je goed uit de voeten kan. Als onderzoekers zijn we vaak gebonden aan een enkel perceeltje grond. Het is dan lastig om diep te graven. De Blijenhoek gaf ons meer mogelijkheden. Wij zijn er van uit gegaan dat hier huizen hebben gestaan. Die veronderstelling was dus juist. En dan kom je van alles tegen’.
De werkgroep gaat nu aan de slag met het restaureren en conserveren van de vondsten. Het ligt in de bedoeling om een boekwerk en een tentoonstelling rond de opgravingen aan de Blijenhoek samen te stellen.
Kompas Aktief
29 mei 1996