Mysterie van de Krijtstraat blijft nog even verborgen

GORIN­CHEM – De zon brandt fel deze mid­dag. Mar­tin Veen van de werk­groep arche­o­lo­gie van Gorin­chem draagt voor de zeker­heid een petje die zijn sche­del tegen de ver­blin­dende stra­len moet bescher­men. Velen lig­gen op het strand, maar Veen en de ande­ren staan in en rond een grote bouw­put. Ze zijn op zoek naar het mys­te­rie van de Krijt­straat.

Echt schok­kende din­gen heb­ben de arche­o­lo­gen nog niet gevon­den in de Krijt­straat, maar even is er deze mid­dag lichte opwin­ding. Alfred ter Wal en Ingrid Cleijne van BAAC heb­ben een oude fun­de­ring bloot­ge­legd die toch wel een paar eeu­wen oud is. Uit welke peri­ode de fun­de­ring echt afkom­stig is, valt ech­ter nog niet te zeggen.

De arche­o­lo­gen zijn pas een paar dagen bezig in de Krijt­straat en moe­ten alle vond­sten nog in ver­band met elkaar bren­gen. Alle gevon­den voor­wer­pen, waar­on­der een paar oude stif­ten, wor­den daarom onmid­del­lijk vei­lig gesteld, zodat later met­een dui­de­lijk waar en wan­neer de vond­sten in de bodem zijn aangetroffen.

Het is bekend : de arche­o­lo­gen hopen (een deel van) het hof van de fami­lie Van Arkel bloot te leg­gen. Minu­ti­eus wordt de bodem daarom onder­zocht. Man­nen zoe­ken met een metaal­de­tec­tor naar bij­voor­beeld de aan­we­zig­heid van oude scher­ven in de bodem. Een graaf­ma­chine graaft de grond voor­zich­tig laag voor laag af. De eer­ste scher­ven uit de der­tiende eeuw zijn inmid­dels gevon­den en daar is Veen heel erg blij mee. “We heb­ben nog nooit zo dicht in de buurt van de stads­kern res­tan­ten uit deze peri­ode aan­ge­trof­fen.” De voor­wer­pen die een paar jaar gele­den tij­dens arche­o­lo­gi­sche opgra­vin­gen in de Blij­en­hoek wer­den aan­ge­trof­fen, kwa­men uit de veer­tiende eeuw en de 450 gevon­den mun­ten (!) tij­dens een onder­zoek op het Kazer­ne­plein stam­den uit een nog latere periode.

Tekeningen niet oud genoeg

De arche­o­lo­gen weten eigen­lijk niet wat ze kun­nen tref­fen in de Krijt­straat. De oud­ste teke­nin­gen date­ren uit 1580 en die kaar­ten geven maar een hele glo­bale inde­ling van hoe het ter­rein er toen uit moet heb­ben gezien.

Waar zich wat bevindt, durft Veen daarom ook niet te zeg­gen. Veen : “We hopen dat de gevon­den voor­wer­pen ons een beeld geven van de situ­a­tie zoals die in de der­tiende eeuw in de Krijt­straat was. Maar we kun­nen niet meer dan hopen.”

Als het moet, gebrui­ken de arche­o­lo­gen tan­den­bor­stels om er zeker van te zijn dat er niets bescha­digd wordt. Het team ziet het gebied Krijt­straat als een een­ma­lige kans om te ont­dek­ken hoe de vlag er in vroe­ger tij­den in Gorin­chem bij hing. En die kans wil de werk­groep arche­o­lo­gie benutten.

Opmer­ke­lijk : de arche­o­lo­gen zijn dol­blij als ze afval aan­tref­fen. “Afval ver­telt ons heel veel over de vroe­gere bewo­ners”, legt Veen uit. Als we ‘dure’ voed­sel­res­ten aan­tref­fen zoals vogels die gescho­ten zijn tij­dens een jacht of over­blijf­se­len van zee­vis­sen, weten we dat daar rijke men­sen moe­ten heb­ben geleefd. Ver­ge­lijk het maar met je eigen omstan­dig­he­den. Gooi je je schoe­nen weg omdat de kleur je niet meer aan­staat of draag je ze hele­maal af ? Zo’n keuze heeft vaak te maken met je inko­men. Arche­o­lo­gen kun­nen over een paar eeu­wen aan de hand van een paar gevon­den schoe­nen ech­ter goed zien of jij goed in je slappe was zat.”

Het echte arche­o­lo­gi­sche werk begint ove­ri­gens pas na zeven weken. De graaf­werk­zaam­he­den nemen maar een frac­tie van de totale werk­zaam­he­den in beslag. Nadat alle voor­wer­pen bij­een zijn gebracht begint het echte onder­zoek naar de his­to­rie van Gorin­chem pas.

Voor­wer­pen wor­den met elkaar in ver­band gebracht, links wor­den gelegd. Vol­gens Veen duurt het dan nog een paar jaar voor­dat de arche­o­lo­gen met stel­lig­heid kun­nen zeg­gen wat er vroe­ger alle­maal gebeurde in de Krijtstraat.

Reacties zijn gesloten.