De grond is net een boek

De opgra­vin­gen op de bouw­lo­ca­tie van V&D in Gorin­chem zijn al ander­halve week aan de gang. Sliedrech­ter Frans van Hou­we­lin­gen (61) graaft twee dagen per week mee. “Dit is net zo leuk als vissen.”

SLIEDRECHT/GORINCHEM – Drie men­sen staan rond een bak met grond. Eén van hen spoelt de grond af met een tuin­slang. Twee per­so­nen woe­len de door­weekte grond door op zoek naar pot­jes, pan­ne­tjes of gedeel­ten daar­van. De klei ver­dwijnt door de zeef in een Gor­cumse gracht. De vond­sten wor­den in bak­jes gesor­teerd. In het ene bakje zit­ten schel­pen, in een ander bot­jes en in weer een ander stuk­jes aardewerk.

De ene vondst is nog klei­ner dan de andere. Elke splin­ter wordt bewaard. Toch is het belang­rijk om ook die te bewa­ren, zegt Frans van Hou­we­lin­gen. “Dat ene op het oog onbe­lang­rijke stukje hoort mis­schien wel bij andere delen die we vin­den”, zegt de Sliedrech­ter. Als we alles gevon­den heb­ben, lij­men we het boel­tje weer bij elkaar.”

Van Hou­we­lin­gen is één van de vele vrij­wil­li­gers die hel­pen bij de opgra­vin­gen in de Krijt­straat in Gorin­chem. Over vijf weken Wordt op die plek begon­nen met de nieuw­bouw van waren­huis V&D dat aan het eind van vol­gend jaar open gaat. Tot die tijd wordt er gegra­ven op de bouw­lo­ca­tie, op zoek naar over­blijf­se­len van het ‘Hof van de Heren van Arkel’. Dit was in de veer­tiende eeuw een mach­tig geslacht.

Meer dan dat er een ‘woning met opstal­len en tuin’ op die plek gestaan heeft, is niet bekend. De opgra­vin­gen moe­ten daar­over meer dui­de­lijk­heid ver­schaf­fen. ‘Er is voe­ger heel wei­nig opge­schre­ven over de geschie­de­nis. Wij weten er dus vrij­wel niets van.

Dat we nu de moge­lijk­heid krij­gen om hier een aan­tal weken lang te gra­ven en te zoe­ken is een unieke kans. Als we dat niet zou­den doen, dan ben je het voor altijd kwijt. De grond en alles wat daarin zit zijn als een boek. Je kunt het eigen­lijk gewoon lezen.”

Hij doet een greep in één van de bak­jes en vist er een flink stuk aar­de­werk met een wapen uit, ver­moe­de­lijk afkom­stig van een kom of schaal. “Dit dateert in elk geval van vóór 1300, want pas na die tijd werd in Neder­land zelf steen gebak­ken. Daar­voor kwam alles uit Duits­land, Keu­len met name.”

Het zijn de kren­ten in de pap, want over het alge­meen zijn het slechts krui­mels die Van Hou­we­lin­gen en zijn collega’s uit de grond halen. “Dit is net zo leuk als vis­sen. Als je een hele tijd niets vangt, is er niet zoveel aan. Maar als je op een gege­ven moment wel beet hebt, is dat natuur­lijk prachtig.”

In eer­ste instan­tie wordt de boel met een graaf­ma­chine afge­gra­ven. Pas wan­neer er wat aan­ge­trof­fen wordt, komt er klei­ner gereed­schap aan te pas. “Dan gaan we met de trof­fel aan de slag om die spul­len zo goed en zo kwaad als dat gaat uit de grond te peuteren.”

Na ander­halve week gra­ven is er nog steeds geen dui­de­lijk­heid over de vraag of ‘Het Hof van de Hee­ren van Arkel’ daad­wer­ke­lijk daar gestaan heeft. Er is wel bebou­wing uit de vijf­tiende eeuw of eer­der aan­ge­trof­fen, maar het is nog niet zeker of dat het bedoelde gebouw is.

Dat zou ook van de school kun­nen zijn die hier vroe­ger gestaan heeft”, zegt Mar­tin Veen van de Gor­cumse Werk­groep Arche­o­lo­gie. “Pas als we ver­der het ter­rein afwer­ken, kun­nen we meer zeg­gen. Tot op heden heb­ben we niet echt schok­kende din­gen aangetroffen.”

Behalve veel pot­ten, pan­nen en wat dies meer zij, wemelt het van de ste­nen in de Krijt­straat. “Het is de kunst om te ont­dek­ken of die her­ge­bruikt zijn of niet”, zegt Van Hou­we­lin­gen. “Het kwam nogal eens voor dat door de Romei­nen gebruikte ste­nen opnieuw gebruikt wer­den als er hui­zen afge­bro­ken wer­den, vaak op een heel andere plek.”

Er is dus werk genoeg, al was het alleen maar om alle vond­sten te foto­gra­fe­ren en te regi­stre­ren. Zeven weken is als het aan Van Hou­we­lin­gen ligt eigen­lijk veel te kort. “We kun­nen hier wel zeven jaar bezig blijven.”

Albert Sok
23 augus­tus 2002
De Dordtenaar 

Reacties zijn gesloten.