Onderzoek
Het archeÂoÂloÂgisch onderÂzoek is uitÂgeÂvoerd in het kader van de verÂgunÂningÂproÂceÂdure voor de bouw van een nieuwe schuur met een omvang van 16 x 24 meter ter plaatse van de HaarÂweg 85. De opperÂvlakte van het planÂgeÂbied bedraagt circa 400 m².
Conclusies onderzoek
De belangÂrijkÂste te voorÂziene bodemÂverÂstoÂrinÂgen betrefÂfen de aanÂleg van de bouwÂput voor de nieuwe schuur, tot op een diepte van circa 0.5 meter beneÂden het maaiÂveld. VoorÂafÂgaand aan het archeÂoÂloÂgisch onderÂzoek waren de heiÂwerkÂzaamÂheÂden afgeÂrond. Op de kaart van het vigeÂrende BesteÂmingsÂplan BuiÂtenÂgeÂbied GorinÂchem ( PDF 6 MB) wordt ter plaatse van het planÂgeÂbied een zone weerÂgeÂgeÂven met een archeÂoÂloÂgiÂsche dubÂbelÂbeÂstemÂming (Waarde – ArcheÂoÂloÂgiÂsche verÂwachÂting hoog PM1). Voor een derÂgeÂlijke zone geldt op basis van artiÂkel 21 van de bestemÂmingsÂplanÂreÂgels een onderÂzoekÂverÂplichÂting wanÂneer daar in het kader van de verÂleÂning van een omgeÂvingsÂverÂgunÂning bodemÂverÂstoÂrinÂgen worÂden voorÂzien met een opperÂvlakte van meer dan 50 m² en met een diepte van meer dan 0.3 meter beneÂden het maaiÂveld. Ter plaatse van het noorÂdeÂlijk deel van het planÂgeÂbied wordt een zone weerÂgeÂgeÂven met nog een tweede archeÂoÂloÂgiÂsche dubÂbelÂbeÂstemÂming (Waarde – ArcheÂoÂloÂgiÂsche verÂwachÂting zeer hoog LMNT2). Voor een derÂgeÂlijke zone geldt op basis van artiÂkel 28 van de bestemÂmingsÂplanÂreÂgels een onderÂzoekÂverÂplichÂting wanÂneer daar in het kader van de verÂleÂning van een omgeÂvingsÂverÂgunÂning bodemÂverÂstoÂrinÂgen worÂden voorÂzien met een opperÂvlakte van meer dan 30 m² en met een diepte van meer dan 0.3 meter beneÂden het maaiÂveld. In het kader van de verÂgunÂningÂproÂceÂdure voor de planÂontÂwikÂkeÂling moest dan ook een archeÂoÂloÂgisch bureauÂonÂderÂzoek en een invenÂtaÂriÂseÂrend veldÂonÂderÂzoek door midÂdel van grondÂboÂrinÂgen (IVO-OveÂrig) worÂden uitÂgeÂvoerd, als eerÂste stap in de archeÂoÂloÂgiÂsche monumentenzorgcyclus.
Op basis van het archeÂoÂloÂgisch bureauÂonÂderÂzoek en het IVO-OveÂrig kunÂnen de volÂgende conÂcluÂsies worÂden getrokken :
1. Ter plaatse van het zuiÂdeÂlijke deel van het planÂgeÂbied is een bodemÂopÂbouw aanÂweÂzig met een sub-recent opgeÂbrachte puinÂlaag met een dikte van 0.4 – 0.8 meter, op een oude bouwÂvoor, op meerÂdere lagen behoÂrende tot de (oever-) AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Tiel), op meerÂdere lagen eerÂdere (oever-) AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Tiel), op oudere (oever-) afzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de afzetÂtinÂgen van GorÂkum). Op basis van de diepte tot waarop (venige) kleiÂaÂfzetÂtinÂgen zijn aanÂgeÂtrofÂfen – en vanÂwege het ontÂbreÂken van HolÂlandÂveen – zou kunÂnen worÂden geconÂcluÂdeerd dat de ter plaatse en ten noorÂden van het planÂgeÂbied geleÂgen stroomÂgorÂdel van Spijk hier ook al actief is geweest geduÂrende de laatÂste GorÂkum-transÂgresÂsieÂfase en dus ouder is dan wordt aanÂgeÂnoÂmen. Ter plaatse van het noorÂdeÂlijke deel van het planÂgeÂbied ontÂbreÂken de oudere AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de afzetÂtinÂgen van GorÂkum) en zijn waarÂschijnÂlijk aan de StroomÂgorÂdel van Spijk gereÂlaÂteerde, diep reiÂkende (geulÂzand-) AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Tiel) aanwezig.
2. ArcheÂoÂloÂgiÂsche resÂten uit de Late MidÂdelÂeeuÂwen en de Nieuwe Tijd kunÂnen hier direct onder sub-recente ophoÂgingsÂlaag en de oude bouwÂvoor worÂden aanÂgeÂtrofÂfen, op en in de top van de (geul- en oever-) AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Tiel), vanaf een diepte van circa 0.7 – 1.2 meter beneÂden het maaiveld.

UitÂsnede kaart ‘den ZuidÂholÂlandse waard met de aanÂgrenÂzende lanÂden’ (1642), colÂlecÂtie HingÂman, NatiÂoÂnaal Archief.
3. Het planÂgeÂbied is geleÂgen in een gebied dat waarÂschijnÂlijk vanaf de 11de eeuw is ontÂgonÂnen. De ten noorÂden van het planÂgeÂbied geleÂgen HaarÂweg diende desÂtijds als ontÂginÂningsas. Op basis van hisÂtoÂrisch onderÂzoek kan worÂden geconÂcluÂdeerd dat de perÂceÂlen langs de HaarÂweg in ieder geval vanaf 1794 bebouwd waren. Deze bebouÂwing lag waarÂschijnÂlijk op huisÂterÂpen, zoals de huisÂterÂpen ten noorÂden en ten noordÂwesÂten van het planÂgeÂbied. Op basis van het ActuÂeel HoogÂteÂbeÂstand NederÂland (AHN) kan worÂden geconÂcluÂdeerd dat het planÂgeÂbied – in tegenÂstelÂling wat op de archeÂoÂloÂgiÂsche beleidsÂkaart en de bestemÂmingsÂplanÂkÂaart wordt gesugÂgeÂreerd – niet is geleÂgen op de flank van een oude huisÂterp. Op basis van de oude kaarÂten kan worÂden geconÂcluÂdeerd dat de kans op de aanÂweÂzigÂheid van bebouÂwingsÂresÂten uit de Nieuwe Tijd (voor 1890) ter plaatse van het planÂgeÂbied zeer klein is. HetÂzelfde geldt voor archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten uit de MidÂdelÂeeuÂwen. Het aanÂtrefÂfen van spoÂren die gereÂlaÂteerd kunÂnen worÂden aan de bewoÂning van de huisÂterp is relaÂtief klein, omdat het planÂgeÂbied ten zuiÂden van de huisÂterp is geleÂgen. DerÂgeÂlijke resÂten kunÂnen wel worÂden verÂwacht ter plaatse van de ten noorÂden en ten noordÂwesÂten van het planÂgeÂbied geleÂgen huisterpen.
Vanaf een diepte van circa 0.7 – 1.2 meter beneÂden het maaiÂveld, zouÂden nog wel archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten uit de Late PreÂhisÂtoÂrie en de Romeinse Tijd aanÂweÂzig kunÂnen zijn, op en in de top van de AfzetÂtinÂgen van de ForÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Tiel). Ter plaatse van het zuiÂdeÂlijke deel van het planÂgeÂbied zouÂden vanaf een diepte van circa 2.5 – 2.8 meter beneÂden het maaiÂveld (circa 3.0 – 3.4 meter –NAP zouÂden archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten aanÂweÂzig kunÂnen zijn op en in de afzetÂtinÂgen van de forÂmaÂtie van EchÂteld (volÂgens de klasÂsieke nomenÂclaÂtuur gereÂkend tot de AfzetÂtinÂgen van Gorkum).
Aanbevelingen
Op basis van het uitÂgeÂvoerde archeÂoÂloÂgisch bureauÂonÂderÂzoek en boorÂonÂderÂzoek (IVO-OveÂrig) moet worÂden geconÂcluÂdeerd dat de voorÂgeÂnoÂmen planÂreÂaÂliÂsaÂtie niet zal leiÂden tot de aanÂtasÂting van behouÂdensÂwaarÂdige archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten. Bij de planÂreÂaÂliÂsaÂtie zal alleen de sub-recente puinÂlaag worÂden aanÂgeÂsneÂden, of hoogÂstens de top van de daarÂonÂder geleÂgen oude bouwÂvoor. ArcheÂoÂloÂgisch verÂvolgÂonÂderÂzoek wordt daarom niet noodÂzaÂkeÂlijk geacht. Er wordt aanÂbeÂvoÂlen om de archeÂoÂloÂgiÂsche dubÂbelÂbeÂstemÂming te handÂhaÂven omdat hier bij dieÂpere bodemÂverÂstoÂrinÂgen mogeÂlijk wel archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten kunÂnen worÂden aangesneden.
Publicatie
![]() |
Melis, J. (2019) Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Haarweg 85 Gorinchem Gemeente Gorinchem, Heinenoord. Flipbook | PDF (4 MB) |
Metadata
Administratieve gegevens | |
---|---|
Archisnummer(s): | 4752695100 |
Topografische Kaart: | 38G |
Coördinaten: | 124.501/ 428.878 124.516/ 428.880 124.499/ 428.903 124.514/ 428.904 |
Toponiem: | Haarweg 85 |
Plaats: | Gorinchem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen. |
Uitvoerder: | SOB Research voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek |
Projectleider: | J.E. van den Bosch |
Opdrachtgever: | W. de Groot Landbouw, Dalem |
Bevoegd gezag: | Gemeente Gorinchem |
Aanvang onderzoek: | november 2019 |
Vondsten & documentatie: | - |
DANS: | - |