Onderzoek
In opdracht van Brand BBA B.V. is door BecÂker & Van de Graaf een archeÂoÂloÂgisch bureauÂonÂderÂzoek (BO) en een InvenÂtaÂriÂseÂrend VeldÂonÂderÂzoek (IVO) verÂkenÂnende fase (door midÂdel van borinÂgen) uitÂgeÂvoerd aan de WaalÂdijk 18 in Dalem.
In het planÂgeÂbied was ten behoeve van geplande nieuwÂbouw een bouwÂverÂgunÂning benoÂdigd waarÂvoor archeÂoÂloÂgisch onderÂzoek noodÂzaÂkeÂlijk was. HierÂvoor moest eerst een nog bestaand bouwÂwerk worÂden gesloopt. GraafÂwerkÂzaamÂheÂden ten behoeve van deze sloop waren slechts beperkt toeÂgeÂstaan door het waterÂschap omdat het bouwÂwerk geleÂgen was binÂnen de kern- en bescherÂmingsÂzone van de waterÂkeÂring. Bij het sloÂpen van het bouwÂwerk mochÂten daarom enkel graafÂwerkÂzaamÂheÂden worÂden uitÂgeÂvoerd die nodig waren voor de sloop van het bouwÂwerk en om alle eleÂmenÂten van het bouwÂwerk uit het dijkÂliÂchaam te verÂwijÂdeÂren. Het talud moest na sloop direct worÂden herÂsteld overÂeenÂkoÂmend met de aanÂgrenÂzende taluds van de waterÂkeÂring. BodemÂverÂstoÂring van de waterÂkeÂring moest derÂhalve op gebod van het WaterÂschap worÂden beperkt tot het hoogst noodÂzaÂkeÂlijke. De funÂdeÂrinÂgen van de geplande nieuwÂbouw zouÂden door ophoÂging van het maaiÂveld niet in het huiÂdige maaiÂveld doordringen.
Oeverwal
Het planÂgeÂbied was geleÂgen op de afzetÂtinÂgen van de stroomÂgorÂdel van de Waal (stroomÂafÂwaarts van Tiel) in het zuidÂwesÂteÂlijk gedeelte van het MidÂden-NederÂlandse rivieÂrenÂgeÂbied. Op basis van het bureauÂonÂderÂzoek werd verÂwacht dat in de onderÂgrond van het planÂgeÂbied oeverÂwalafÂzetÂtinÂgen aanÂweÂzig zouÂden kunÂnen zijn van de Waal. OeverÂwalÂlen zijn van oudsÂher aanÂtrekÂkeÂlijk geweest voor menÂseÂlijke bewoÂning. AanÂgeÂzien de Waal begon te sediÂmenÂteÂren vanaf circa 425 na Chr. kan bewoÂning op de oeverÂwal vanaf het einde van de Laat-Romeinse tijd of het begin van de Vroege- MidÂdelÂeeuÂwen hebÂben plaatsÂgeÂvonÂden. ArcheÂoÂloÂgiÂsche waarÂden kunÂnen voorÂkoÂmen in de vorm van nederÂzetÂtinÂgen, akkerÂcomÂplexen en graÂven. AanÂgeÂzien de oeverÂwal door verÂschilÂlende fasen van sediÂmenÂtaÂtie werd verÂhoogd, kunÂnen deze resÂten op meerÂdere niveaus in de oeverÂwal aanÂweÂzig zijn.
Bewoning vanaf begin 19de eeuw
De verÂwachÂting voor archeÂoÂloÂgiÂsche resÂten uit de Late MidÂdelÂeeuÂwen in het planÂgeÂbied was hoog gezien de ligÂging aan een dijk, de WaalÂdijk, die waarÂschijnÂlijk geduÂrende de Late-MidÂdelÂeeuÂwen is aanÂgeÂlegd. ResÂten van bewoÂning uit de Late MidÂdelÂeeuÂwen en Nieuwe tijd worÂden aan deze dijk verÂwacht. Op basis van hisÂtoÂrisch kaartÂmaÂteÂriÂaal was bewoÂning in het planÂgeÂbied in ieder geval aanÂweÂzig vanaf het begin van de 19de eeuw.
Dijkverzwaringen
TijÂdens het veldÂonÂderÂzoek werd in de onderÂgrond geen bewijs gevonÂden voor de aanÂweÂzigÂheid van oeverÂwalafÂzetÂtinÂgen. Wel werÂden in de onderÂgrond uiterst zilÂtige kleiÂlaÂgen aanÂgeÂtrofÂfen van het dijkÂliÂchaam. Op en tegen dit dijkÂliÂchaam werÂden zanÂdige en kleiÂige ophoogÂlaÂgen aanÂgeÂtrofÂfen waarin puin en archeÂoÂloÂgisch vondstÂmaÂteÂriÂaal uit de Nieuwe tijd A‑C aanÂweÂzig was. Deze ophoogÂlaÂgen kunÂnen overÂeenÂkoÂmen met in situ opgeÂhoogde woonÂlaÂgen of met dijkÂverÂzwaÂrinÂgen. VanÂwege de recente datum van deze dijkÂverÂzwaÂrinÂgen en het feit dat deze lager op de dijkÂvoet worÂden aanÂgeÂbracht, zijn deze verÂzwaÂrinÂgen niet aanÂweÂzig onder en direct om het nog in het planÂgeÂbied aanÂweÂzige oudere woonÂhuis en in het gebied direct aan de top van de dijk. De aanÂgeÂtrofÂfen ophoogÂlaÂgen zijn daarom waarÂschijnÂlijk in de tijd opgeÂhoogde woonÂlaÂgen die op basis van het archeÂoÂloÂgisch vondstÂmaÂteÂriÂaal gedaÂteerd kunÂnen worÂden in de periÂode vanaf de Nieuwe tijd A. Alleen van het noorÂdeÂlijke deel van het planÂgeÂbied bleef onduiÂdeÂlijk of de ophoogÂlaÂgen woonÂlaÂgen of dijkÂverÂzwaÂrinÂgen waren.
Geen vervolgonderzoek
Ondanks de mogeÂlijke aanÂweÂzigÂheid van archeÂoÂloÂgiÂsche waarÂden in de vorm van woonÂlaÂgen in de onderÂgrond van het planÂgeÂbied, zou een archeÂoÂloÂgisch verÂvolgÂonÂderÂzoek in de vorm van proefÂsleuÂven mogeÂlijk schade aan de dijk of de mogeÂlijke dijkÂverÂzwaÂring met zich mee brenÂgen. Om deze reden werd geadÂviÂseerd om geen archeÂoÂloÂgisch verÂvolgÂonÂderÂzoek in het planÂgeÂbied uit te voeren.
Foto’s
Publicaties
![]() |
Corver, B.A. & L. Ouwerkerk (2012) Archeologische begeleiding Waaldijk 18, Dalem. Gemeente Gorinchem, B&G rapport 1274, Noordwijk Flipbook | PDF (2 MB) |
![]() |
Hooghof, M.R.T. (2011) Historisch bodemonderzoek Waaldijk 18 te Dalem, Rapport AV.0854, Gouda. Flipbook | PDF (887 kB) |
![]() |
Horn, M. & A.W.E. Wilbers (2011) Waaldijk 18, Dalem Gemeente Gorinchem, Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase, B&G rapport 1069, Noordwijk. Flipbook | PDF (2 MB) |
Metadata
Administratieve gegevens | |
---|---|
Archisnummer(s): | onderzoeksmelding: 43981 |
Topografische Kaart: | 38G |
Coördinaten: | 129.822/426.069 129.802/426.081 (NW) 129.805/426.056 (ZW) 129.825/426.056 (ZO) 129.848/426.078 (NO) |
Toponiem: | Waaldijk 18 |
Plaats: | Dalem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | IVO-B |
Uitvoerder: | Becker en Van de Graaf B.V. |
Projectleider: | M. Horn |
Opdrachtgever: | Brand BBA BV |
Bevoegd gezag: | Gemeente Gorinchem |
Aanvang onderzoek: | 26 november 2010 |
Vondsten & documentatie: | - |
DANS: | https://doi.org/10.17026/dans-zyd-mctq |