Waaldijk 18 (2010)

Onderzoek

Waaldijk 18, foto Brand BBA Architecten

Waal­dijk 18

In opdracht van Brand BBA B.V. is door Bec­ker & Van de Graaf een arche­o­lo­gisch bureau­on­der­zoek (BO) en een Inven­ta­ri­se­rend Veld­on­der­zoek (IVO) ver­ken­nende fase (door mid­del van borin­gen) uit­ge­voerd aan de Waal­dijk 18 in Dalem.

In het plan­ge­bied was ten behoeve van geplande nieuw­bouw een bouw­ver­gun­ning beno­digd waar­voor arche­o­lo­gisch onder­zoek nood­za­ke­lijk was. Hier­voor moest eerst een nog bestaand bouw­werk wor­den gesloopt. Graaf­werk­zaam­he­den ten behoeve van deze sloop waren slechts beperkt toe­ge­staan door het water­schap omdat het bouw­werk gele­gen was bin­nen de kern- en bescher­mings­zone van de water­ke­ring. Bij het slo­pen van het bouw­werk moch­ten daarom enkel graaf­werk­zaam­he­den wor­den uit­ge­voerd die nodig waren voor de sloop van het bouw­werk en om alle ele­men­ten van het bouw­werk uit het dijk­li­chaam te ver­wij­de­ren. Het talud moest na sloop direct wor­den her­steld over­een­ko­mend met de aan­gren­zende taluds van de water­ke­ring. Bodem­ver­sto­ring van de water­ke­ring moest der­halve op gebod van het Water­schap wor­den beperkt tot het hoogst nood­za­ke­lijke. De fun­de­rin­gen van de geplande nieuw­bouw zou­den door opho­ging van het maai­veld niet in het hui­dige maai­veld doordringen.

Oeverwal

Het plan­ge­bied was gele­gen op de afzet­tin­gen van de stroom­gor­del van de Waal (stroom­af­waarts van Tiel) in het zuid­wes­te­lijk gedeelte van het Mid­den-Neder­landse rivie­ren­ge­bied. Op basis van het bureau­on­der­zoek werd ver­wacht dat in de onder­grond van het plan­ge­bied oever­walaf­zet­tin­gen aan­we­zig zou­den kun­nen zijn van de Waal. Oever­wal­len zijn van ouds­her aan­trek­ke­lijk geweest voor men­se­lijke bewo­ning. Aan­ge­zien de Waal begon te sedi­men­te­ren vanaf circa 425 na Chr. kan bewo­ning op de oever­wal vanaf het einde van de Laat-Romeinse tijd of het begin van de Vroege- Mid­del­eeu­wen heb­ben plaats­ge­von­den. Arche­o­lo­gi­sche waar­den kun­nen voor­ko­men in de vorm van neder­zet­tin­gen, akker­com­plexen en gra­ven. Aan­ge­zien de oever­wal door ver­schil­lende fasen van sedi­men­ta­tie werd ver­hoogd, kun­nen deze res­ten op meer­dere niveaus in de oever­wal aan­we­zig zijn.

Bewoning vanaf begin 19de eeuw

De ver­wach­ting voor arche­o­lo­gi­sche res­ten uit de Late Mid­del­eeu­wen in het plan­ge­bied was hoog gezien de lig­ging aan een dijk, de Waal­dijk, die waar­schijn­lijk gedu­rende de Late-Mid­del­eeu­wen is aan­ge­legd. Res­ten van bewo­ning uit de Late Mid­del­eeu­wen en Nieuwe tijd wor­den aan deze dijk ver­wacht. Op basis van his­to­risch kaart­ma­te­ri­aal was bewo­ning in het plan­ge­bied in ieder geval aan­we­zig vanaf het begin van de 19de eeuw.

Dijkverzwaringen

Tij­dens het veld­on­der­zoek werd in de onder­grond geen bewijs gevon­den voor de aan­we­zig­heid van oever­walaf­zet­tin­gen. Wel wer­den in de onder­grond uiterst zil­tige klei­la­gen aan­ge­trof­fen van het dijk­li­chaam. Op en tegen dit dijk­li­chaam wer­den zan­dige en klei­ige ophoog­la­gen aan­ge­trof­fen waarin puin en arche­o­lo­gisch vondst­ma­te­ri­aal uit de Nieuwe tijd A‑C aan­we­zig was. Deze ophoog­la­gen kun­nen over­een­ko­men met in situ opge­hoogde woon­la­gen of met dijk­ver­zwa­rin­gen. Van­wege de recente datum van deze dijk­ver­zwa­rin­gen en het feit dat deze lager op de dijk­voet wor­den aan­ge­bracht, zijn deze ver­zwa­rin­gen niet aan­we­zig onder en direct om het nog in het plan­ge­bied aan­we­zige oudere woon­huis en in het gebied direct aan de top van de dijk. De aan­ge­trof­fen ophoog­la­gen zijn daarom waar­schijn­lijk in de tijd opge­hoogde woon­la­gen die op basis van het arche­o­lo­gisch vondst­ma­te­ri­aal geda­teerd kun­nen wor­den in de peri­ode vanaf de Nieuwe tijd A. Alleen van het noor­de­lijke deel van het plan­ge­bied bleef ondui­de­lijk of de ophoog­la­gen woon­la­gen of dijk­ver­zwa­rin­gen waren.

Geen vervolgonderzoek

Ondanks de moge­lijke aan­we­zig­heid van arche­o­lo­gi­sche waar­den in de vorm van woon­la­gen in de onder­grond van het plan­ge­bied, zou een arche­o­lo­gisch ver­volg­on­der­zoek in de vorm van proef­sleu­ven moge­lijk schade aan de dijk of de moge­lijke dijk­ver­zwa­ring met zich mee bren­gen. Om deze reden werd gead­vi­seerd om geen arche­o­lo­gisch ver­volg­on­der­zoek in het plan­ge­bied uit te voeren.

Foto’s

Publicaties

Corver, B.A. & L. Ouwerkerk (2012) Archeologische begeleiding Waaldijk 18, Dalem. Gemeente Gorinchem, B&G rapport 1274, Noordwijk Corver, B.A. & L. Ouwerkerk (2012)
Archeologische begeleiding Waaldijk 18, Dalem. Gemeente Gorinchem, B&G rapport 1274, Noordwijk
FlipbookPDF (2 MB)
Hooghof, M.R.T. (2011) Historisch bodemonderzoek Waaldijk 18 te Dalem, Rapport AV.0854, Gouda. Hooghof, M.R.T. (2011)
Historisch bodemonderzoek Waaldijk 18 te Dalem, Rapport AV.0854, Gouda.
FlipbookPDF (887 kB)
Horn, M. & A.W.E. Wilbers (2010) Waaldijk 18, Dalem Gemeente Gorinchem, Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase, B&G rapport 1069, Noordwijk. Horn, M. & A.W.E. Wilbers (2011)
Waaldijk 18, Dalem Gemeente Gorinchem, Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase, B&G rapport 1069, Noordwijk.
Flipbook | PDF (2 MB)

Metadata

Administratieve gegevens
Archisnummer(s):onderzoeksmelding: 43981
Topografische Kaart:38G
Coördinaten:129.822/426.069
129.802/426.081 (NW)
129.805/426.056 (ZW)
129.825/426.056 (ZO)
129.848/426.078 (NO)
Toponiem:Waaldijk 18
Plaats:Dalem
Gemeente:Gorinchem
Provincie:Zuid-Holland
Type onderzoek:IVO-B
Uitvoerder:Becker en Van de Graaf B.V.
Projectleider:M. Horn
Opdrachtgever:Brand BBA BV
Bevoegd gezag:Gemeente Gorinchem
Aanvang onderzoek:26 november 2010
Vondsten & documentatie:-
DANS:https://doi.org/10.17026/dans-zyd-mctq

Reacties zijn gesloten.