Kooiweg 2 en ongenummerd (2015)

Onderzoek

Kooiweg ongenummerd

Kooi­weg ongenummerd

De aan­lei­ding van het onder­zoek door ADC-Arche­o­pro­jec­ten was de aan­vraag van een omge­vings­ver­gun­ning ten behoeve van de bouw van een woning en een veestal.

Op basis van het bureau­on­der­zoek is een gespe­ci­fi­ceerde ver­wach­ting opge­steld. Hier­uit volgt dat het plan­ge­bied is gele­gen in de Alblas­ser­waard, een uit­ge­strekt kom­ge­bied met fos­siele stroom­gor­dels- en cre­vas­ses in de onder­grond. Deze een­he­den mani­fes­te­ren zich als lang­ge­rekte, smalle zones, die van­wege hun zan­dige samen­stel­ling min­der inklon­ken dan klei en veen in het omrin­gende gebied. Hier­door lagen zij hoger in het land­schap en wer­den zij in het ver­le­den bij voor­keur uit­ge­ko­zen voor bewo­ning en land­bouw. De ver­brei­ding van cre­vasse-afzet­tin­gen is over het alge­meen rela­tief beperkt. Dit bete­kent dat deze afzet­tin­gen min­der geschikt zijn voor grote neder­zet­tin­gen dan de stroom­gor­dels. Op cre­vasse-afzet­tin­gen kun­nen voor­na­me­lijk arche­o­lo­gi­sche res­ten in de vorm van indi­vi­du­ele huis­plaat­sen of klein­scha­lige neder­zet­tin­gen wor­den verwacht.

Gezien de ver­moe­de­lijke rela­tie van de ter plaatse van deel­ge­bied Kooi­weg 2 ver­wachte cre­vasse-afzet­tin­gen met de zui­de­lij­ker gele­gen Mer­wede zul­len even­tu­eel aan­we­zige arche­o­lo­gi­sche waar­den uit de peri­ode vanaf de Romeinse tijd date­ren. Deze zul­len zich aan of direct onder het maai­veld bevin­den en zich mani­fes­te­ren als een ‘vuile laag’ met kleine frag­men­ten aar­de­werk, houts­kool, bot en/​of bak­steen. Ze kun­nen gere­la­teerd wor­den aan ver­schil­lende com­plex­ty­pen, waar­on­der neder­zet­tin­gen en akkerlagen.

Eendenkooi

Ter plaatse van Kooi­weg onge­num­merd wor­den geen cre­vasse-afzet­tin­gen ver­wacht. Van­wege de lagere lig­ging in het land­schap en in het ver­le­den voch­ti­gere omstan­dig­he­den wor­den hier geen huis­plaat­sen of neder­zet­tin­gen ver­wacht. Wel zijn ont­gin­nings­spo­ren in de vorm van grep­pels aan te treffen.

Kooiweg met eendenkooi, kadastrale kaart 1874

Kooi­weg met een­den­kooi, kadas­trale kaart 1874

Op basis van oude kaar­ten zijn in het plan­ge­bied geen res­ten van his­to­ri­sche bebou­wing te ver­wach­ten. Wel was er sprake van een een­den­kooi. Een­den­kooien zijn ken­mer­kend voor de laag­ste en natste delen van de kom­ge­bie­den, veelal kwel­plek­ken, die in de win­ter niet bevro­ren en daar­door een­den aan­trok­ken. Ook lagen ze vaak ver van de bewo­ning, omdat rust een belang­rijke voor­waarde is. Van­uit cul­tuur­his­to­risch per­spec­tief vor­men ze inte­res­sante ele­men­ten in het land­schap. De een­den­kooi in het plan­ge­bied is ech­ter bij de aan­leg van een boom­gaard in het tweede kwart van de 20e eeuw geheel verdwenen.

Booronderzoek

Ten­einde boven­ge­noemde ver­wach­ting te toet­sen en waar nodig aan te vul­len is in het plan­ge­bied een ver­ken­nend boor­on­der­zoek uit­ge­voerd. Hier­uit volgt dat de onder­grond uit kalk­loze, bijna onge­rijpte tot half­ge­rijpte klei (For­ma­tie van Ech­teld) en zwak kleiig tot mine­raal­arm veen (For­ma­tie van Nieuw­koop) bestaat. Deze opbouw is ken­mer­kend voor natte kom­ge­bie­den, waarin peri­o­diek geen of wei­nig rivier­se­di­men­ta­tie plaats­vond. Onderin boring 5, die die­per is door­ge­zet dan de ove­rige borin­gen, is op 360 cm –mv een kalk­rijk, sterk sil­tige klei­pak­ket aan­ge­boord. Dit betreft moge­lijk oever­af­zet­tin­gen van een stroom­gor­del of –cre­vasse. De boven­grond wordt gevormd door een 45 tot 80 cm klei­dek, dat ver­moe­de­lijk is gevormd ten tijde van over­stro­min­gen van de zui­de­lij­ker gele­gen Mer­wede. Er zijn in de boven­grond geen aan­wij­zin­gen voor de aan­we­zig­heid van een crevasse.

Op grond van het ont­bre­ken van een poten­ti­eel arche­o­lo­gisch niveau dient de arche­o­lo­gi­sche ver­wach­ting naar bene­den te wor­den bij­ge­steld. ADC Arche­o­Pro­jec­ten advi­seert op basis hier­van beide ter­rei­nen vrij te geven voor de voor­ge­no­men ontwikkeling.

Publicatie

Zee, R.M. van der (2016) Kooiweg 2 en ongenummerd, Gorinchem (gemeente Gorinchem). Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek, ADC Archeoprojecten rapport 4022, Amersfoort. Zee, R.M. van der (2016)
Kooiweg 2 en ongenummerd, Gorinchem (gemeente Gorinchem). Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek, ADC Archeoprojecten rapport 4022, Amersfoort.
Flipbook | PDF (5 MB)

Metagegevens

Administratieve gegevens
Archisnummer(s):3991627100
Topografische kaart:38G
Coördinaten:Kooiweg 2:
124.687/430.410
124.739/430.372
124.736/430.417
124.690/430.370

Kooiweg ongenummerd:
124.633/430.398
124.682/430.369
124.675/430.401
124.635/430.367
Toponiem:Kooiweg 2 en ongenummerd
Plaats:Gorinchem
Gemeente:Gorinchem
Provincie:Zuid-Holland
Type onderzoek:Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek
Uitvoerder:ADC Archeoprojecten
Projectleider:E. Jacobs
Opdrachtgever:Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V, Langerak
Bevoegd gezag:Gemeente Gorinchem
Aanvang onderzoek:december 2015, maart en augustus 2016
Documentatie:ADC Archeoprojecten
DANS:https://doi.org/10.17026/dans-zj7-h6nw

Reacties zijn gesloten.