Onderzoek
De waarneming richtte zich op twee sleuven die op het terrein van een verdwenen verenigingsgebouw gegraven waren. Elke sleuf had een lengte van circa 40 meter en een breedte van 1.25 meter. Direct onder de 30 tot 40 centimeter dikke bovenlaag werd de lichtbruine klei van het wallichaam aangetroffen.
De klei was schoon en hier en daar waren schelpen van zoetwatermossels aanwezig. Een zelfde kleipakket was al bij eerder onderzoek ook op Bastion V en Bastion VIII aangetroffen en onderzocht en heeft een dikte van enkele meters. Deze klei is vermoedelijk afkomstig uit het gebied met schone kleiafzettingen direct langs de Merwede. Uit de top van de klei werden een kleipijpje, drie pijpesteeltjes, vier fragmenten roodbakkend aardewerk en een stukje faïence verzameld. Het pijpje dateert tussen 1660 en 1690, het overige vondstmateriaal kan geplaatst worden in het laatste kwart van de 17de eeuw. Dit wijst er op dat de wallen in deze periode zijn opgehoogd en de wallen uit de jaren tachtig van de 16de eeuw dus lager geweest moeten zijn.

De onderzoeklokatie met de beide werkputten. In oranje het verdwenen verenigingsgebouw
De in de kleilaag zichtbare sporen bestonden uit kuilen, paalkuilen – vaak met de paalresten er nog in – en uitbraaksleuven, ontstaan bij de sloop van muurwerk. In werkput 2 is een lange noord – zuid lopende muur aangetroffen die waarschijnlijk deel heeft uitgemaakt van het recentelijk gesloopte gebouw van de muziekvereniging. Ook het in werkput 1 geconstateerde oost – west georiënteerde muurtje moet vermoedelijk hieraan worden toegeschreven. De overige gevonden sporen kunnen in de 19de en/of 20ste eeuw geplaatst worden, een groot deel zal samenhangen met de bouw en sloop van het verenigingsgebouw. Bij de bouw hiervan is, zoals nu nog zichtbaar is aan de zo ontstane steilkant van het wallichaam, zo’n anderhalve meter klei van de wal afgeschoven. Met deze afgraving en vervolgens de bouw en sloop van het verenigingsgebouw zijn de resten van het kruithuisje evenals andere archeologische sporen volledig verdwenen.
Conclusie
Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat door de afgraving van een deel van het wallichaam en vervolgens de bouw en sloop van het verenigingsgebouw de mogelijke resten van het 17de eeuwse kruithuisje en eventuele andere archeologische sporen zijn verdwenen.
Publicaties
![]() | Oostveen, J. van (2010) Tabakspijpen van diverse kleine projecten in Gorinchem, Tiel. Flipbook | PDF (311,21 kB) |
![]() | Vaars, J.P.L. & P.M. Floore (2002) Archeologische waarneming op Bastion IX, Dalemwal te Gorinchem, Hollandia reeks 2, Zaandijk. Flipbook | PDF (2 MB) |
Metadata
Archisnummer(s): | Niet van toepassing |
Topografische Kaart: | 38G |
Coordinaten: | 127.140/426.880 |
Toponiem: | Dalemwal (Bastion IX) |
Plaats: | Gorinchem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | IVO-P |
Uitvoerder: | Hollandia Archeologen, Zaandijk |
Projectleider: | Drs. P.M. Floore |
Opdrachtgever: | Gemeente Gorinchem |
Bevoegd gezag: | Gemeente Gorinchem |
Aanvang onderzoek: | 28 oktober 2002 |
Vondsten & documentatie: | Archeologisch depot Gorinchem |
DANS: | https://doi.org/10.17026/dans-ztk-bw7e |