Beschrijving
De kantklosjes zijn tijdens een opgraving op het Kazerneplein in 1997 gevonden in de beerput van het Huis Paffenrode.
Kantwerk
Kant is een oud ambachtelijk product dat waarschijnlijk in de 15e eeuw in Europa werd geïntroduceerd. Men weet niet precies of het in Vlaanderen is ontstaan, of in Italië. Er was destijds een nauwe culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Venetië. Zo kwamen Venetiaanse schilders in Vlaanderen de olieverftechniek bestuderen en gingen Vlaamse kunstenaars naar Venetië om hun schilderijen te zien. Het is wel een feit dat er altijd meer kloskant werd gemaakt dan naaldkant omdat die goedkoper was. In archieven is teruggevonden dat keizer Karel V (1500-1555) het kantklossen als leervak op de kloosterscholen invoerde.
Kant in de 15de-17de eeuw
In de 15de eeuw werden draden gebruikt als versiering aan het linnen onderhemd als randafwerking en ter versteviging om zo slijtage te voorkomen. Dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst verschenen in de 16de eeuw veel patroonboeken. Er ontstond een bloeiende nijverheid. Via Frankrijk en Vlaanderen kwamen rijke families uit Engeland en Nederland in contact met kanthandelaren. Antwerpen, Amsterdam en met name Brugge werden centra voor de kanthandel.
Kanten vonden toepassing voor kragen, manchetten, handschoenen, mutsen, zakdoeken, rond de knieën en rijlaarzen. Aan het begin van de 17de eeuw droegen de heren kragen zonder stijfsel. De dameskragen bestonden uit twee of meer lagen kant. De pijpkraag groeide uit tot molensteenkraag.
Het kantklossen werd vanaf de 17de eeuw ook in de huiskamer als handwerk beoefend. De grotere kostbare stukken werden uit Vlaanderen en later ook Frankrijk geïmporteerd.
Een klosje biedt plaats voor het opgerolde garen (linnen) en de steel met bolvormig uiteinde is geschikt om de klosjes te verplaatsen. De klosjes worden altijd in paren gebruikt, twee paar tegelijk. Het aantal klosjes is eigenlijk onbeperkt. Zij volgen een vlechtpatroon met talloze mogelijkheden op een aan de ondergrond vastgeprikt patroon. De spelden geven stevigheid en stabiliteit aan het kantkloswerk. |
Huis Paffenrode
Voorafgaand aan de bouw van een parkeergarage op het Kazerneplein is in 1997 een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Tijdens de opgraving ontdekten de onderzoekers resten van de 16de-eeuwse woning van de drossaard van Gorinchem en het Land van Arkel. De woning stond bekend als het Huis Paffenrode, genoemd naar de meest bekende bewoner: Jacob van Paffenrode (± 1591-1652). Hij was gehuwd met Wilhelmina van Arkel (± 1590-1628). Het gezin had drie kinderen: Joan (1618-1673), Rudolf (1620-1673) en Anna (1625-1656).
Jacob van Paffenrode, Wilhelmina van Arkel en hun dochter Anna op ca. 4-jarige leeftijd.
Jan Antonisz van Ravesteyn schilderde in 1626 Jacob van Paffenrode met een plooikraag zonder stijfsel en een sluiting aan de voorkant. Wilhelmina van Arkel draagt een liggende kraag met daaroverheen een tweede iets opstaande kraag naar de mode in Vlaanderen. Anna van Paffenrode is afgebeeld met een kraag in twee lagen en draagt grote omgeslagen manchetten. |
Militair Joan van Paffenrode, was vooral bekend als toneeldichter en bleef na de dood van zijn vader het huis bewonen (tot vóór 1682). Daarna woonde hier tot omstreeks 1686 Lodewijk Huygens van Zuylichem, zoon van de bekende dichter Constantijn Huygens. In 1672 benoemde stadhouder Willem III van Oranje hem tot drossaard van Gorinchem. In deze functie maakte Huygens zich niet geliefd bij de bevolking door hogere belastingen te eisen. Hij werd aangeklaagd wegens corruptie en vervolgens uit zijn functie gezet. Lodewijk Huygens trouwde in 1674 met Jacoba Teding van Berkhout. Zij kregen acht kinderen, van wie er vijf al zeer jong overleden.
Details
Omschrijving: | Kantklos |
Materiaal: | Ebbenhout (Diospyros sp.) |
Productie: | Nederland |
Datering: | 1650-1700 |
Afmetingen: | 9,5/1,6 cm (KP97V154) 8,5/2 cm (KP97V186) |
Vindplaats: | Gorinchem, Kazerneplein (1997), beerput huis Paffenrode. |
Vondstnummer: | KP97V154 (knop ontbreekt) KP97V186 |
Permalink: | https://www.archeologiegorinchem.com/100-vondsten/kantklos/ |
Vragen? | Heeft u aanvullende informatie over deze vondst, of ziet u een fout? Laat het ons weten! |
Vindplaats
Archisnummer(s): | Zaakidentificatie: 2020660100 Onderzoekmelding: 1626 |
Topografische Kaart: | 38G |
Coördinaten: | 126.280/426.860 (centrum) |
Toponiem: | Kazerneplein |
Plaats: | Gorinchem |
Gemeente: | Gorinchem |
Provincie: | Zuid-Holland |
Type onderzoek: | Archeologische opgraving |
Uitvoerder: | P.M. Floore, Rotterdam |
Projectleider: | P.M. Floore, Rotterdam |
Opdrachtgever: | Gemeente Gorinchem |
Bevoegd gezag: | Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek |
Aanvang onderzoek: | 11 augustus-5 september 1997 |
Vondsten & documentatie: | Gemeentelijk depot voor archeologie Gorinchem |
DANS: | - |
Documentatie
Broeken, A. (2006) Drossaard jonker Jacob van Paffenrode en zijn huis op het Kazerneplein, in: Gorcumse bodemschatten. Archeologische speurtocht naar de geschiedenis van de Arkelstad, Gorcumse Monumentenreeks 5, Gorinchem, p. 32-39. Flipbook | PDF (3 MB) |
|
Busch, A.J. & C.S. Oldenburger-Ebbers (1990) Lusthoven in Gorinchem, Historische Reeks Oud-Gorcum 3, Gorinchem, p. 3-8. Flipbook | PDF (9 MB) |
|
Floore, P.M. (1998) Opgraving Huis van Paffenrode, Kazerneplein, Gorinchem 1997, Rotterdam. Flipbook | PDF (6,10 MB) |
|
Hoogendijk, T. (2018) Rijk gevulde beerputten op het Kazerneplein en aan de Nieuwstad, in: F. Cerutti, R. Mulder, B. Stamkot & A. de Vries (red.), Tien eeuwen Gorinchem. Geschiedenis van een Hollandse stad, Utrecht, p. 240-241. WorldCat |
Materiaal: | Hout |
Periode: | Nieuwe tijd B:1650-1850 nC |
Toepassing: | Handwerk attribuut |
Vindplaats: | Kazerneplein (1997) |
Vondstnummer: | KP97V154 |